Abonneer Log in

Eten we straks allemaal genetisch gewijzigde voeding?

LONGREAD OVER DE TOEKOMST VAN GGO'S

  • Anneleen Kenis - Docent in de Politieke Ecologie en Milieurechtvaardigheid aan Brunel Universiteit Londen, en als onderzoeksfellow verbonden de KU Leuven en UGent
  • Barbara Van Dyck - Docent aan het Centrum voor Agroecologie, Water en Weerbaarheid aan de Universiteit van Coventry, en wetenschappelijk medewerker aan de ULB
  • 15 november 2023

De Europese Commissie heeft een voorstel gelanceerd om genetisch gewijzigde gewassen grotendeels te dereguleren. Ze hoopt op een snelle goedkeuring, bij voorkeur voor de Europese verkiezingen in mei 2024. Als de deregulering van de nieuwe ggo's een feit wordt, zal dit zorgen voor onomkeerbare veranderingen in onze eco- en voedselsystemen.

Het voorstel van de Europese Commissie gaat om een drastische wijziging van het beleid inzake ggo's. Zo breekt het voorstel radicaal met de bestaande wetgeving. Momenteel kunnen genetisch gewijzigde gewassen in Europa niet zomaar geteeld of op de markt gebracht worden. Ze moeten een relatief strikt evaluatieproces doormaken om veiligheid voor mens en milieu te garanderen. Bovendien is duidelijke labeling verplicht zodat boer·inn·en en consumenten weten of ze al dan niet genetisch gewijzigde gewassen telen of eten, en ervoor kunnen kiezen om dat niet te doen.

De huidige wetgeving is verre van perfect, en heeft weinig aandacht voor sociaaleconomische en bredere agro-ecologische afwegingen, maar biedt alleszins de minimale garantie dat de ggo's die op de markt gebracht worden getest en gelabeld zijn. Dat zou met het nieuwe voorstel op de schop gaan, of alleszins voor een heel groot aantal van de genetisch gewijzigde organismen (ggo's). Het voorstel heeft betrekking op ggo's gebaseerd op nieuwe gentechnologieën of zogenaamde New Genomic Technics (NGTs), zoals CRISPR/Cas. De deregulatie zou gelden voor alle NGT's die minder dan twintig wijzigingen hebben ondergaan. Volgens een schatting op basis van bestaande patentaanvragen betekent dat meer dan 90% gaan van de nieuwe ggo's die momenteel in ontwikkeling zijn.1

Als de deregulering van de nieuwe ggo's een feit wordt, zal dit zorgen voor onomkeerbare veranderingen in onze eco- en voedselsystemen. De poging om dit voorstel er nog snel door te krijgen voor de Europese verkiezingen in mei 2024, zonder grondige impactanalyse en zonder noemenswaardig publiek debat, is dan ook bijzonder verontrustend. Hoeveel Europese burgers en politici weten wat er op tafel ligt en wat daarvan de impact zal zijn?

Hoeveel Europese burgers en politici weten wat er op tafel ligt en wat de impact van het voorstel van de Commissie zal zijn?

In wat volgt zullen we bespreken wat volgens ons de problemen met het voorstel zijn. Zoals we zullen laten zien, is het voorstel gebaseerd op misleidende argumentatie en wordt het gekenmerkt door tal van incoherenties. Het is wellicht niet verrassend dat het voorstel heel erg gekleurd werd door de biotech-industrie. De sociale, economische en ecologische gevolgen zijn nauwelijks onderzocht. Het voorstel dreigt nefast te zijn voor boeren en consumenten. Ten slotte zoomen we in op hoe klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen gemobiliseerd werden om deze deregulatie, en ook de verdere privatisering van levende organismen, te verkopen. We hebben deze bezorgdheden, in een aangepaste versie, ook aan de bevoegde federale ministers overgemaakt.2

NIET GEDRAGEN DOOR DE BEVOLKING

De Europese Commissie mag het voorstel dan wel met hand en tand verdedigen, het staat haaks op de opinie van de overgrote meerderheid van de Europeanen. Een uitgebreide studie in Nederland bijvoorbeeld – een land dat niet meteen gekend is voor technofobie – toont dat bevraagde burgers vinden dat ggo's bekomen met nieuwe gentechnologieën op een gelijkaardige wijze als klassieke ggo's gereguleerd moeten worden.3 Volgens een recente IPSOS-studie vond slechts 3% van de bevraagden dat labeling noch veiligheidstests nodig zijn voor nieuwe ggo's, wat exact is wat er met het nieuwe voorstel op tafel ligt.4 In 2022 tekenden meer dan 400.000 Europese burgers een petitie waarin ze er bij de EU op aandringen om veiligheidstesten, transparantie en labeling te behouden voor alle ggo's.5 In maart 2023 schreven 340 organisaties uit het Europese middenveld een brief aan commissaris Timmermans met een gelijkaardige vraag.6

De Commissie komt met andere woorden op de proppen met een voorstel dat niet gedragen wordt door de Europese bevolking, maar desondanks wetgeving dreigt te worden, en dit zonder hun inspraak of zelfs maar hun medeweten. Burgers en boer·inn·en dreigen dus met een fait accompli geconfronteerd te worden waar ze niet achter staan. Het vertrouwen van burgers in de Europese politiek, dat sowieso al laag is, dreigt daarmee verder ondermijnt te worden.

Vooral de biotech-industrie en de agro-giganten zoals Bayer/Monsanto, Syngenta en BASF vonden goed gehoor bij de Commissie.

Bovendien is het voorstel zelf op weinig democratische wijze tot stand gekomen. Boerenorganisaties7, milieuorganisaties en Europese lobby-watch groepen stelden herhaaldelijk aan de kaak dat kritische stemmen systematisch genegeerd werden in de totstandkoming van het voorstel. Dit is zorgwekkend gezien zij net opkomen voor algemene belangen zoals gezonde voeding, een leefbare landbouw en een gezonde leefomgeving.8 De stakeholders die goed gehoor vonden bij de Europese Commissie blijken voornamelijk actoren met een direct financieel of professioneel belang in deregulering te zijn.9 Het gaat hier onder meer om de biotech-industrie lobby group EuropaBio en de European Plant Science Organisation (EPSO) die als observerende leden agro-giganten zoals Bayer/Monsanto, Syngenta en BASF telt.10

LIPPENDIENST

Biotech-vertegenwoordigers of Commissieleden zullen hier wellicht op antwoorden dat ggo's helemaal niet worden gedereguleerd. De deregulatie, zo wordt gesteld, betreft enkel een specifiek soort van ggo's. Het gaat om die ggo's die volgens de voorstanders van het voorstel ook spontaan in de natuur hadden kunnen voorkomen of door traditionele veredelingstechnieken hadden kunnen ontstaan (zie verder). Voor de andere ggo's zouden het voorzorgsprincipe, de labeling en veiligheidstests blijven bestaan.

In wat volgt, zullen we ingaan op dit onderscheid tussen twee groepen van ggo's (categorie 1 en categorie 2 NGT's in het Europese wetsvoorstel), omdat dit onderscheid inderdaad essentieel is om de kern van de verantwoording, maar helaas ook van de misleidende argumentatie, goed te verstaan.

Om te beginnen is het belangrijk de verhoudingen juist in te schatten. Een recente studie van het Duitse Federale Agentschap Milieubescherming (BfN) stelt dat 94% van de NGT-toepassingen bij planten die nu in de pijplijn zitten in categorie 1, en dus de categorie van deregularisatie, valt.11 Ten tweede is het onderscheid tussen beide categorieën bijzonder arbitrair. Het gaat namelijk uit van het aantal gen-mutaties. Als er meer dan 20 gen-mutaties gerealiseerd worden zou een gewas in de tweede categorie vallen. Alle andere gewassen vallen in categorie 1. Terwijl de Commissie het voorstel verkoopt door te stellen dat de risicoanalyse afgestemd zal worden op de specifieke karakteristieken van de gebruikte gentechniek is dat dus maar heel oppervlakkig het geval. In werkelijkheid zijn er slechts twee radicaal verschillende trajecten waarbij nieuwe genetisch gewijzigde planten die nauwelijks verschillen ofwel in de éne ofwel in de andere categorie terecht kunnen komen.

Het belang van dit arbitraire onderscheid valt niet te onderschatten. Het gaat gepaard met tal van andere inconsequenties, of zelfs vormen van misleidende argumentatie in de tekst. Op tal van vlakken wordt lippendienst bewezen aan belangrijke rechten en principes, waarbij deze in de feiten met het voorstel geschonden zullen worden. Zo wordt verwezen naar de noodzaak om consumenten hun recht op informatie te garanderen (Article 38 of the Charter), alleen wordt dit recht vervolgens alleen toegepast op de wellicht kleine groep van categorie 2 gewassen. De Commissie onderstreept het belang van het voorzorgsprincipe, terwijl datzelfde voorzorgsprincipe voor de grootste groep van in de pijplijn zittende toepassingen (categorie 1 gewassen) volledig wordt opgeheven. Waaruit kan het voorzorgsprincipe nog bestaan als voor deze groep nauwelijks tot geen opties worden ingebouwd om potentiële gezondheidseffecten of milieueffecten na te gaan vooraleer voedingsmiddelen op de markt gebracht worden, of zelfs maar nadien te traceren mocht er iets mislopen? Een recente analyse opgemaakt door 30 Duitse juristen stelt dan ook dat het voorstel in strijd is met het Verdrag van Lissabon en met het Cartagena protocol, net omdat het het voorzorgsprincipe niet respecteert.12

Het ggo-vrij blijven van de biologische landbouw dreigt met het huidige voorstel in de feiten onmogelijk te worden.

Maar ook op andere vlakken wordt de tekst gekenmerkt door contradicties of enigszins misleidende argumentaties. Zo wordt erkend dat het gebruik van ggo's incompatibel is met de definitie van biologische landbouw zoals die in de Europese wetgeving (Regulation (EC) 2018/848') of door de sector zelf gedefinieerd wordt. Tegelijkertijd merkt de biologische sector terecht op dat het ggo-vrij blijven van de biologische landbouw met het huidige voorstel in de feiten onmogelijk dreigt te worden.13 Door het gebrek aan verplichte traceerbaarheid en een duidelijke goede co-existentie regelgeving, dreigen ggo's zich vanzelf doorheen de productieketen en omliggende ecosystemen te verspreiden één keer dat ze in de gangbare landbouw toegelaten worden.

Het zullen de lidstaten zelf zijn die verantwoordelijk worden om co-existentie maatregelen uit te werken voor de bio-sector, terwijl zij niet langer de mogelijkheid zullen hebben om nieuwe ggo's op hun grondgebied te verbieden. Het zullen wellicht ook de lidstaten zijn die de potentiële gezondheids- of milieugevolgen van de deregulatie van ggo's moeten opvangen, en met lastige vragen en protest van hun burgers geconfronteerd worden, terwijl zij nauwelijks vat op de verspreiding zullen hebben. De vragen die in de jaren 1990 aan de basis lagen van de opmaak van de Europese ggo-wetgeving – zoals het recht van lidstaten om ggo's niet toe te laten – zijn met andere woorden nog steeds even relevant.

VEILIGHEID EN PRECISIE

'Veiligheid' is als idee opmerkelijk afwezig in het voorstel, terwijl dit net de hoeksteen van de bestaande ggo-wetgeving is. Deze stelt dat nieuwe ggo's een reeks van veiligheidstesten met betrekking tot hun gevolgen op milieu- en gezondheid moeten doorlopen vooraleer ze op de markt gebracht kunnen worden. In het huidige voorstel wordt deze aanpak, alleszins voor de eerste en grootste groep van ggo's, volledig aan de kant geschoven. Als argumentatie daarvoor wordt er gesteld dat de nieuwe gentechnieken preciezer zijn, en dat ze gewassen kunnen produceren die nauwelijks van conventioneel verkregen gewassen te onderscheiden zijn.

'Veiligheid' is als idee opmerkelijk afwezig in het voorstel, terwijl dit net de hoeksteen van de bestaande ggo-wetgeving is.

Het probleem is dat hiermee verschillende concepten op één hoop worden gegooid die niet per definite helemaal hetzelfde betekenen. Zo kan precisie niet zomaar aan veiligheid worden gelijkgesteld. Een precieze schutter is niet noodzakelijk een veilige schutter. Het hangt er maar van af van wat de schutter als doel heeft. Bovendien wordt er in dit geval op DNA geschoten wat toch nog steeds voor een groot deel onbekend terrein is. Zoals ook de Commissie erkent, komen er ook bij deze nieuwe gentechnieken veelvuldig accidentele wijzigingen voor. Deze wijzigingen komen zowel op de plaats van de ingreep als elders in het genoom voor. Ze verschillen in plaats en frequentie van willekeurige wijzigingen die het gevolg zijn van traditionele veredelingstechnieken of met random mutagenese (die buiten de huidige ggo-wetgeving vallen) worden aangebracht.14 Wetenschappers van het Europese netwerk voor sociale en milieurechtvaardigheid ENSSER stellen dan ook dat het voorstel te weinig rekening houdt met de onbedoelde schade die door nieuwe technieken in het genoom worden aangebracht.15 Hun waarschuwingen werden echter, net zoals andere kritische bedenkingen, door de Commissie aan de kant geschoven.

Dat het hierbij niet altijd om kleine veranderingen gaat, wordt eigenlijk in het voorstel van de Commissie zelf erkend. Zo stelt de tekst dat zelfs binnen de categorie 1 ggo's grote wijzigingen kunnen gebeuren die de structuur en compositie van het gewas, en daardoor ook de nutritionele waarde of de hoeveelheid ongewenste bestanddelen significant kan veranderen. Om dit probleem op te lossen stelt de Commissie dat in dit geval de novel food wetgeving zal gelden. Voor ons argument is het vooral belangrijk dat het laat zien dat met een beperkt aantal wijzigingen in het DNA toch significante wijzigingen in het voedsel kunnen ontstaan.

Naast de 'grotere precisie' is het belangrijkste argument om categorie 1 ggo's te dereguleren dat ze in theorie ook via conventionele teelttechnieken of op natuurlijke wijze zouden hebben kunnen ontstaan. Dit is een opmerkelijk argument in een wetstekst, gezien het voornamelijk een filosofisch argument is. Als we dan toch op filosofisch vlak willen redeneren, kunnen we natuurlijk evengoed stellen dat het niet is omdat een plant op het eerst zich gelijkaardig lijkt, dat het ook hetzelfde is. Het is ook niet omdat een plant gelijkaardige kenmerken heeft, dat het proces waardoor het geproduceerd is er niet meer zou toe doen. We zouden op andere vlakken niet zomaar beargumenteren dat enkel het eindresultaat en niet het middel of proces telt. Of tomaten met of zonder pesticiden geteeld werden, maakt wel degelijk een verschil. Zo ook maakt het uit of de eieren die we eten van legkippen of kippen met vrije uitloop komen, en of die kippen in dat proces volgespoten werden met antibiotica.

Er is een verschil tussen een proces waarmee de mensheid 10.000 jaren of hooguit enkele decennia, soms zelfs maar enkele jaren, ervaring heeft.

Met andere woorden, niet enkel het eindresultaat maar ook het proces maakt uit. Dit is niet enkel een filosofisch argument. Er is een verschil tussen een proces waarmee de mensheid 10.000 jaren of hooguit enkele decennia, soms zelfs maar enkele jaren, ervaring heeft. Niet zonder reden wordt in de bestaande Europese ggo-wetgeving het biotechnologisch proces zelf gereguleerd. Havard professor Sheila Jasanoff vat het scherp samen door te stellen dat er bij technologische innovaties 'Known knowns', 'known unknowns' en 'unknown unknowns' in het spel zijn.16 Vooral de laatste zijn belangrijk hier. Gezien er op het meest fundamentele niveau van levende organismen, het genoom, wordt ingegrepen, zouden we toch minstens een zekere bescheidenheid mogen verwachten. Niets is minder waar. Het voorstel getuigt van gevaarlijke arrogantie door onzekerheid en onwetendheid volledig te negeren.

Bovendien kruipt er hier opnieuw een spanning of zelfs contradictie in het voorstel: enerzijds worden deze nieuwe ggo's gelijkwaardig geacht aan planten die op natuurlijke wijze of via conventionele kweektechnieken hadden kunnen ontstaan, anderzijds zijn ze zo innovatief en radicaal verschillend dat ze door de ontwikkelaar gepatenteerd moeten kunnen worden.

GGO'S ZAAIEN, PATENTEN OOGSTEN

Wie het debat al langer volgt, weet dat patenten cruciaal zijn in de voorgestelde deregulering van nieuwe ggo's. In onze analyse gaan we een stap verder en stellen we dat de mogelijkheid om zaden te patenteren cruciaal is in de ontwikkeling van nieuwe ggo's, en mogelijk zelfs belangrijker dan het inbrengen van de nieuwe eigenschappen zelf. Conventioneel gekweekt zaaigoed kan namelijk niet zomaar gepatenteerd worden. Dat is een doorn in het oog van de zaadindustrie. In de Europese Unie bestaat er namelijk een kwekersvrijstelling. Dit houdt in dat boer·inn·en en veredelaars planten kunnen gebruiken voor verdere veredeling. Wanneer plantenrassen gepatenteerd worden, vallen ze onder de octrooiwet en is dit niet langer mogelijk.

Via patenten wil de agro-industrie haar winsten verder vergroten.

En dat is net waar de agro-industrie op aast. Via eigendomsrecht (patenten) wil die haar winsten verder vergroten. Genetisch gemanipuleerde organismen zijn hier mogelijk het paard van Troje. Op sluikse wijze opent ze de deur om in de toekomst mogelijk alle zaden, en dus niet enkel de genetisch gemanipuleerde, te patenteren. Het droogteresistenter maken van maïs of het creëren van zogenaamd bloeddrukverlagende tomaten wordt dan een stap in de verdere patentering van levende organismen. Dat dit niet met de haren gegrepen is, toont een recent rapport van Europese milieuorganisaties: daaruit blijkt dat een zoektocht naar de term 'CRISPR-Cas plant' in de internationale databases van de patentaanvragen niet minder dan 20.000 resultaten opleverde. Vaak gaat het over erg brede patentaanvragen die alle planten met een bepaalde eigenschap claimen, ongeacht hoe de planten worden verkregen.

Het patenteren van zaden geeft in sommige gevallen bovendien ook macht over alle afgeleide producten. Het laat diezelfde bedrijven namelijk ook toe te bepalen wat met de hieruit groeiende gewassen gedaan kan worden. Zo bestaan er patenten op gerst die niet enkel een bepaalde gerstsoort patenteren; maar eveneens het brouwproces en de dranken die er mee gemaakt worden.17 Of bij zogenaamde 'club variëteiten' kunnen patenten gelinkt worden aan specifieke regels over hoe ze te groeien.18 Het ggo-debat gaat dus over veel meer dan een 'technische' ingreep, zelfs als die technische ingreep erop zich ook toe doet. Ggo's spelen een sleutelrol in de verdere machtsconcentratie in de agro-chemische industrie die sowieso al in handen van een erg beperkt aantal multinationals, waaronder Bayer/Monsanto, Corteva, Syngenta, is.19

Het patenteren van het zaaigoed bedreigt onafhankelijke zaadveredelaars en boer.inn.en in hun voortbestaan.

Er wordt wel eens gesteld dat de deregulering van ggo's nodig is om ook de kleinere biotechnologiebedrijven en startups een kans te geven, gezien zij zich de dure veiligheidstesten niet zouden kunnen permitteren. Los van de ethische vraag of we veiligheidswetgeving moeten dereguleren om kleinere marktspelers een kans te geven, is dit ook een te naïeve voorstelling van zaken. De grote spelers kopen de meest beloftevolle startups vaak onmiddellijk op om toegang te krijgen tot hun patenten. Bovendien heeft deze argumentatie enkel oog voor zogenaamde kleine biotechbedrijven. Het patenteren van het zaaigoed bedreigt de veel grotere groep van onafhankelijke zaadveredelaars en boer.inn.en in hun voortbestaan. Ze strijden daarom al jaren tegen patenten op plantgoed. Een recent onderzoeksrapport kwam tot de conclusie dat deregulering van heel wat nieuwe ggo's de landbouw in Europa verder afhankelijk zal maken van de grote multinationals net door de bestaande intellectuele eigendomsstructuren.20

DOORGEDREVEN LIBERALISERING

We lijken hier dicht te komen bij waar het voorstel in essentie omgaat: de deur wagenwijd openzetten voor de marktwerking van een Europa dat graag competitief wil zijn in de wereld. Dit wordt ook expliciet als één van de centrale doelstellingen in het voorstel naar voren geschoven. Het gaat er om zo weinig mogelijk belemmeringen op te leggen aan de biotech-industrie die graag opereert los van tijdsintensieve risicoanalyses en safety checks.

Voor wie al langer met het dossier bezig is, is het voorstel van de Europese Commissie dan ook geen verrassing. De Commissie werd het laatste decennia hard be-lobbyd om de regels rond genetisch gewijzigde gewassen te versoepelen. Ze legde daarbij strategisch de nieuwe gentechnieken op tafel. Lobby watchdog CEO toonde aan hoe ook het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) sterk betrokken was bij het beïnvloeden van politieke stellingnamen.21 Zo werden bijeenkomsten georganiseerd specifiek voor beleidsmakers die open stonden voor deregulering, en lag het VIB aan de grondslag van een internationale lobby-brief voor deregulering. Ze lieten deze strategisch ondertekenen door pro-dereguleringsonderzoekers in de biotechnologie terwijl die brief vervolgens werd voorgesteld alsof niet enkel de respectievelijke onderzoekers maar ook hun respectievelijke onderzoeksinstellingen achter de brief zouden staan.

De hoofdargumentatie is daarbij steevast economisch. Het idee is dat Europa niet mag achterblijven op China of de Verenigde Staten. Vlaanderen ziet zichzelf graag als een voorloper op het vlak van biotechnologische innovatie. Het wil dan ook het speelvlak effenen om een wereldspeler te kunnen blijven of worden op dit terrein. Alles wat de bedrijfsvoering of innovatie in de weg staat moet daarom wijken. Denk bijvoorbeeld aan veiligheidstest.

Europa lijkt er nu voor te kiezen om de VS, China, het VK en Argentinië achterna te hollen in een neerwaartse concurrentiestrijd.

Tezelfdertijd leest het voorstel als een opmerkelijk zwaktebod. Waar Europa zichzelf lang profileerde als een baker in een wereld van hyper-liberalisering, als een laatste strohalm staande voor een degelijk sociaal en milieubeleid, lijkt ze er nu voor te kiezen om landen zoals de Verenigde Staten, China, het Verenigd Koninkrijk en Argentinië achterna te hollen in een neerwaartse concurrentiestrijd. De logica die hier op het spel staat gaat dan ook verder dan de deregulering van ggo's op zich. Het gaat over een ideologische ommezwaai van formaat.

GGO-VOORSTANDERS MAKEN GROTE BELOFTES

Uiteraard zal menig commentator hierop antwoorden dat het niet enkel om innovatie en competitiviteit, maar ook, en misschien zelfs vooral, over klimaatdoelstellingen, het verminderen van het pesticidengebruik en duurzaamheid gaat. Deze inroeping van klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen om de ggo-wetgeving te dereguleren, slaat echter als een tang op een varken. Neem daar nog bij dat de fundamentele pijlers van elk degelijk duurzaamheidsbeleid, zoals democratische beleidsvoering, aandacht voor het voorzorgsprincipe en goede regulering, tezelfdertijd worden opgeheven.

De eerste generatie ggo's zou de honger mee de wereld uithelpen en het pesticidegebruik aan banden leggen.

Het is ook niet de eerste keer dat ggo-voorstanders grote beloftes maken over welke maatschappelijke uitdagingen hun technieken wel niet allemaal zouden kunnen oplossen. De eerste generatie ggo's zou de honger mee de wereld uithelpen en het pesticidegebruik aan banden leggen. Geen van deze beloftes werd waargemaakt. Integendeel, het pesticidegebruik is in landen waar ggo's gecultiveerd worden alleen maar gestegen.22 Op geen enkele wijze hebben ggo's de honger aangepakt. In 2019 waren de enige ggo-gewassen die commercieel geteeld werden maïs, soja, koolzaad en katoen. Deze gewassen werden geteeld in vier landen (de Verenigde Staten, Brazilië, Canada en Argentinië) en waren bestemd voor veevoeder, biobrandstoffen of de katoenindustrie. Het gaat steevast om herbicide tolerante en bolworm resistente gewassen die vooral een overgebruik van pesticiden en pesticide-resistent onkruid hebben opgeleverd.23 Bovendien getuigen genetisch gemanipuleerde monoculturen van maïs of soja bestemd voor de vleesindustrie niet meteen van een doordacht klimaatbeleid. De promotie van biobrandstoffen heeft alleen maar tot verdere voedselonzekerheid geleid.24 Deze feiten suggereren dat de grote beloften die ook nu weer gemaakt worden best met een hele grote korrel zout genomen worden. Waarom zouden we de biotech-industrie plots zomaar kunnen geloven als het stelt dat hun nieuwe genetische technieken cruciale tools kunnen zijn om de klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen van de Europese Unie te realiseren?

De eerder aangehaalde studie van het Duitse Federale Agentschap Milieubescherming toont aan dat ongeveer 30% van de NGT-toepassingen die op dit moment ontwikkeld worden zich richten op consumenten (zoals zogenaamde bloeddrukverlagende tomaten). 20% richt zich op industriële efficiëntie (zoals de door Corteva ontwikkelde CRISPR-kleefmaïs met een gewijzigde zetmeelsamenstelling die de efficiëntere productie van lijmen mogelijk zou moeten maken en bestemd is voor gebruik in de textiel- en voedingsindustrie).

Slechts een beperkt aantal van de NGT-toepassingen die daadwerkelijk in de pijplijn zitten zou potentieel een rol kunnen spelen inzake duurzaamheid, en dan nog hangt het er heel erg van af hoe je duurzaamheid definieert. Toch zijn het net die beloften die het luidst klinken in de media en in politieke cirkels. Een recente studie van Foodwatch kwam tot de conclusie dat de te verwachten pesticidereductie tegen 2030 nihil is. Hoewel Europa stelt nieuwe ggo's nodig te hebben om de pesticidereducties van haar Farm to Fork strategie waar te maken, gaan de ggo's die momenteel ontwikkeld worden daar niet aan bijdragen. Het huidige onderzoek rond ggo's die op pesticides inspelen, richt zich interessant genoeg op het inbouwen van resistentie tegen pathogenen die in Europa slechts heel beperkt voorkomen of die niet verantwoordelijk zijn voor intensief gebruik van pesticiden.25

Ggo's negeren dat duurzaamheid, klimaat, honger en pesticiden systemische problemen zijn, en een sociaal, economische en structureel-ecologische aanpak vergen.

Dit brengt ons bij het meest fundamentele probleem met ggo's. Ze negeren dat duurzaamheid, klimaat, honger en pesticiden systemische problemen zijn, en een sociaal, economische en structureel-ecologische aanpak vergen. Om hier het voorbeeld van pesticides kort uit te werken: de meest beloftevolle manier om het gebruik van gif in de landbouw snel naar beneden te krijgen, is het verhogen van de diversiteit. Denk aan mengteelten, het aanplanten van hagen en het uitbreiden van teeltrotatie: dit zijn allemaal manieren om de ziektedruk, en dus nood aan gif spuiten, te verminderen. Nu wordt net die diversiteit nog meer onder druk gezet door verder in te zetten op het grootschalig gebruik van gepatenteerde gewassen. Deze gewassen verkleinen namelijk steeds verder de genetische basis of agrobiodiversiteit waarop onze voedselproductie gesteund is. Bovendien zijn pesticides deel van een industrieel landbouwmodel dat met zijn monoculturen deze al beperkte genetische diversiteit nog verder reduceert door hectare naast hectare dezelfde gewassen te telen. Om landbouw- en voedselsystemen te verduurzamen, moet men dus ingrijpen op het niveau van de interacties tussen planten, mens en omgeving, eerder dan in te zetten op de biologische eigenschappen van een bepaald gewas. Droogteresistentie en ziekte- en plaagresistentie kunnen veel duurzamer bereikt worden door het landbouwsysteem anders te organiseren dan door er één elementje uit te lichten en daar technische veranderingen in door te voeren.

Aan de bevolking verkopen dat ggo's goed zijn voor het klimaat en de duurzaamheid is dus geen evidentie, maar vergt een actieve promotiecampagne. Jarenlang is er dan ook gewerkt aan een media- en lobbycampagne die burgers en politici over de streep zou moeten krijgen. De keuze om daarbij in te zetten op een klimaat- en duurzaamheidsverhaal is grotendeels strategisch. Het helpt om de deregulering te kaderen binnen hogere doeleinden en de bredere doelstellingen van de EU. Op die manier hoopt men er een 'positief' verhaal van te maken dat burgers en politici over de brug kan krijgen. Zo'n verhaal succesvol in leven brengen, doe je niet zomaar. Om tractie te geven aan het verhaal werden verschillende media campagnes en taskforces op gericht.26 Zo co-financieerde de Bill & Melinda Gates Foundation bijvoorbeeld een Taskforce on Sustainable Agriculture and Innovation die als doel had om de deregulering van de nieuwe gentechnieken expliciet in te bedden in verhalen rond klimaatoplossingen.27 In die taskforce zaten ook Vlaamse wetenschappers mee aan de tafel met onder andere vertegenwoordigers van Bayer, BASF, de VS-overheid.

Duurzaamheidsdoelstellingen worden opportunistisch ingezet om burgers en politici over de brug te krijgen.

Duurzaamheidsdoelstellingen worden hier met andere woorden opportunistisch ingezet om burgers en politici over de brug te krijgen, en daarmee de economische belangen van de biotech-industrie te dienen. Een vernuftige vorm van greenwashing, zeg maar. Het is opmerkelijk dat de Commissie hierin mee gaat, en dat net op het moment dat heel wat andere bedrijven hun duurzaamheidsclaims (van klimaatneutraliteit tot offsetting) moeten terugroepen, omdat ze die vooral als reclamestunts hebben ingezet en in de feiten niet hard kunnen maken.28 Zo dreigen ook de duurzaamheidsbeloftes rond nieuwe genetisch gewijzigde planten voorlopig op lucht gebaseerd te zijn. Maar dat is voor de biotech-industrie wellicht van weinig belang: ondertussen is de deregulatie een feit, en wordt het veel moeilijker alsnog opnieuw regelgeving in te voeren.

CONCLUSIE

Het mag dan wel een reclamestunt zijn, het is geen grap. Eenmaal genetisch gemanipuleerde organismen in onze leef- en voedselsystemen losgelaten zijn, kunnen ze er niet meer zomaar terug worden uitgehaald, mocht het bij nader inzien toch niet zo'n goed idee blijken, bijvoorbeeld als er milieu- of gezondheidsproblemen opduiken. Sterker zelfs: met het voorstel wordt het wellicht simpelweg onmogelijk om de exacte oorsprong van zulke problemen te achterhalen. Ziekte en milieuvervuiling zijn in onze huidige samenleving vaak het resultaat zijn van complexe, interagerende processen met grotendeels onzichtbare oorzaken. Het niet testen of traceren van genetisch gewijzigde gewassen dreigt hier nog eens een schep boven op te doen. Hoe zal men ooit kunnen weten of bepaalde problemen aan deze nieuwe genetische technieken toegeschreven moeten worden?

De agrochemische industrie lijkt niet meteen van deze vraag wakker te liggen. Dat is te begrijpen. Exact deze complexiteit en onzichtbaarheid maakt het voor hun mogelijk aan hun verantwoordelijkheid te ontsnappen.

Dit brengt ons bij ons laatste punt: eens de agro-industrie haar grip op over zaaigoed en genetisch materiaal nog verder versterkt heeft, zal het voor overheden, burgers en landbouwers alleen maar moeilijker worden om rechtvaardige en duurzame voedselsystemen te realiseren. Het gaat in die zin om een onomkeerbare beslissing die mogelijk een nieuw hoofdstuk in één van befaamde 'late lessons from early warnings'-rapporten wordt. Het Europees Milieu Agentschap maakt deze rapporten op om te leren uit fouten van het verleden op het gebied van wetenschap en innovatie. Het gaat over milieu- en gezondheidsrampen zoals asbest, DDT, bisfenol of de waanzin van Hiroshima, maar ook over zaken zoals 'de kost van het nietsdoen' of analyses over waarom actie uitblijft wanneer dingen mislopen, of problemen pas te laat aan het licht komen.

De Belgische regering heeft straks de kans om mee de geschiedenis van ons voedsel- en landbouwsysteem te schrijven.

Wat er gebeurt op Europees niveau mag dan wel een ver-van-ons-bed-show lijken, het heeft heel concrete gevolgen voor ons dagelijks leven, en vooral ons dagelijks eten. Het is dan ook van essentieel belang dat grote beslissingen niet zomaar onder de radar worden goedgekeurd. België gaat vanaf januari 2024 het Europees voorzitterschap in. Meer dan andere jaren heeft de Belgische regering dus de kans om mee de geschiedenis van ons voedsel- en landbouwsysteem te schrijven. De Belgische regering staat hier voor een belangrijke keuze: een proces faciliteren dat getuigt van een engagement voor echte duurzaamheid en een leefbare en gezonde landbouw of de geschiedenis ingaan als facilitator van een volgende historische vergissing.

VOETNOTEN

  1. Federal Agency for Nature Conservation (BfN) Where does the EU Commission's path lead to? Analysis of case studies. Online publication 07/09/23.
  2. De brief werd verstuurd aan federaal minister van Volksgezondheid Vandenbroucke, federaal minister van Leefmilieu Khatabi, federaal minister van Landbouw Clarinval, alsook aan een aantal sleutelpersonen uit de politiek en administratie.
  3. Rathenau Instituut (2023). Aanpassen onder voorwaarden – Hoe Nederlanders denken over nieuwe genomische technieken in voedingsgewassen. Den Haag. Auteurs: Habets, M., I. Pirson, P. Macnaghten en P. Verhoef.
  4. The Greens/EFA. (2021). GM crops and consumer rights. Online beschikbaar op: https://extranet.greens-efa.eu/public/media/file/1/6910.
  5. https://demeter.net/keep-new-gm-food-strictly-regulated-and-labelled/.
  6. Open letter: regulation of new genomic techniques https://friendsoftheearth.eu/wp-content/uploads/2021/03/New-GMOs-letter-300320.pdf
  7. Open Letter European Coordination Via Campesina. Supporting the deregulation of new GMOs amounts to destroying GMO-free agriculture. Online publication 04.09.2023
  8. EU Commission proposes to deregulate new GMOs in spectacular submission to the biotech industry. Online publication 05.07.23
  9. Corporate Europe Observatory. Researchers with vested interests lobbying to undermine GMO safety rules. Online publication 28.09.22
  10. Voor een gedetailleerde analyse van de lobbytechnieken en de lobbysamenwerking tussen industrie en onderzoek zie Corporate Europe Observatory. Derailing EU rules on new GMOs. Online Publication 29.03.2021.
  11. Federal Agency for Nature Conservation (BfN). Where does the EU Commission's path lead to? Analysis of case studies. Online publication. 07.09.23.
  12. Legal Opinion. Commission proposal for a regulation on new genomic techniques (NGT): in violation of the precautionary principle Online publication 14.09.2023
  13. IFOAMM Resolution of the organic movement in favour of a system-based approach of innovation and sustainability – Keep Organic GMO-free.Online publication. 21.06.2023
  14. Testbiotech. Background. New genetic engineering: EU Commission proposal for new regulation endangers nature, the environment and our future livelihoods. 31.08.2023 Online Publication
  15. Analysis statement by ENSSER (European Network of Scientists for Social and Environmental Responsibility) on the EU Commission's new GM proposal. Here for Annex 1 on NGT 'equivalence criteria' Online publication. 07.07.2023
  16. Jasanoff, Sheila (2016). The ethics of invention: technology and the human future. New York: W.W. Norton & Company.
  17. Dolan, Katherine et al. (2022). Report: Exposed. How biotech giants use patents and new GMOs to control the future of food. GLOBAL 2000 – Friends of the Earth Austria, Friends of the Earth Europe, Corporate Europe Observatory (CEO), Arche Noah, IG Saatgut – Interessengemeinschaft für gentechnikfreie Saatgutarbeit and Arbeiterkammer Wien.
  18. Neumeister, Lars (2023). New Genome Techniques (NGT) – A risky corporate distraction from real sustainable solutions. Questions & Answers regarding pesticide use and other impacts on agriculture. Foodwatch. Online publication 30.01.23
  19. Kinchy, Abby J. (2012). Seeds, science, and struggle: the global politics of transgenic crops. MIT Press.
  20. Ely, Adrian, Patrick van Zwanenberg, Elise Wach and Dominic Glover (2023). The possible deregulation of certain GMOs in the EU: What would the implications be? A pathways analysis. Brussels, BE: The Greens/EFA group in the European Parliament.
  21. Corporate Europe Observatory. 'Uncovered: the biotech industry's latest lobby tactics to deregulate new GM crops and animals in Europe' 29.03.2021 Publication Online
  22. Ely, Adrian, Patrick van Zwanenberg, Elise Wach and Dominic Glover (2023). The possible deregulation of certain GMOs in the EU: What would the implications be? A pathways analysis. Brussels, BE: The Greens/EFA group in the European Parliament.
  23. ISAAA (2019). Biotech Crop Highlights in 2019. https://www.isaaa.org/resources/publications/pocketk/16/default.asp.
  24. Fischer, Günther et al. (2009). Biofuels and Food Security. Final Report, Vienna, Austria. Online beschikbaar: https://pure.iiasa.ac.at/id/eprint/8969/.
  25. Neumeister, Lars (2023). A risky corporate distraction from real sustainable solutions. Questions & Answers regarding pesticide use and other impacts on agriculture. Foodwatch. Online publication 30.01.23.
  26. Corporate Europe Observatory. Researchers with vested interests lobbying to undermine GMO safety rules. Online publication 28.09.22
  27. Idem.
  28. https://www.ft.com/content/53f84f03-1f1c-4240-977f-9de0e4893377https://www.theguardian.com/environment/2023/sep/19/do-carbon-credit-reduce-emissions-greenhouse-gases

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.