Het boekje van Piketty en Sandel leest als een aansporing voor sociaaldemocraten om niet bij de pakken te blijven zitten en opnieuw een tandje bij te steken.

Gelijkheid
Stel je een samenleving voor met dezelfde ongelijkheid als vandaag, maar zonder politieke gevolgen. Politieke campagnes mogen niet met privaat geld gefinancierd worden en er is een systeem dat voorkomt dat rijke mensen onevenredig veel politieke macht krijgen. Bovendien verhindert die ongelijkheid op geen enkele manier de toegang tot basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, voedsel en transport.
Zou ongelijkheid dan nog steeds een probleem zijn?
In hun dialoog over het belang en de betekenis van gelijkheid is dit één van de eerste vragen die de bekende Harvard-filosoof Michael Sandel stelt aan de Franse stereconoom Thomas Piketty. Piketty antwoordt bevestigend: deze ongelijkheid zou nog steeds een probleem zijn, want financiële ongelijkheid gaat ook gepaard met sociale ongelijkheid en economische machtrelaties die op gespannen voet kunnen staan met de menselijke waardigheid. Rijken kunnen de tijd van andere mensen kopen en anderen dicteren wat ze moeten doen. Dit betekent dat ongelijkheid niet alleen een kwestie van verdeling is, maar ook van machtsverhoudingen en de mate waarin mensen autonomie over hun eigen leven kunnen behouden.
ZELFRESPECT
Dus zelfs als sociaaleconomische ongelijkheid niet zou resulteren in politieke ongelijkheid (wat de facto bijna nooit het geval is) en de toegang tot alle basisvoorzieningen gevrijwaard zou blijven (wat de facto niet het geval is, zeker niet op wereldvlak), dan nog zou het bestrijden van een te grote ongelijkheid op het politieke programma moeten blijven staan, omdat ongelijkheid de waardigheid en het zelfrespect van mensen ondermijnt.
Dit klinkt Sandel als muziek in de oren. In zijn teksten over de markt, ongelijkheid en rechtvaardigheid is hij immers steeds bijzonder kritisch voor de meritocratie. Dat is een systeem dat steunt op gelijke kansen en de gedachte dat wij morele verdienste hebben aan wat wij via het gebruik van onze talenten en onze inspanning tot stand brengen. Wie hard werkt verdient een goed salaris, wie lui is niet.
Dit wordt al snel: iedereen die zijn best doet, kan het maken. Wie niet succesvol is of in armoede terechtkomt, is daar zelf verantwoordelijk voor. Dus niet alleen de omvang van ongelijkheid, ook de manier waarop die wordt bekeken is relevant. Ook al zou de ongelijkheid stabiel blijven of verminderen, hoe meer het geframed wordt in termen van individuele verantwoordelijkheid en morele verdienste, hoe lastiger het is voor de onderkant van de samenleving om die ongelijkheid te verdragen. Mensen hebben het gevoel dat hun bijdrage aan de samenleving niet ernstig wordt genomen, mensen voelen zich te weinig erkend en gerespecteerd. Dit creëert ongenoegen bij diegenen die maar weinig succes hebben in de samenleving en dat maakt hen erg vatbaar voor populistische discours die hen ophitsen tegen de elites die hen zouden miskennen en vernederen.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN LINKS
Hoewel ze over het gebruik van de term populisme van mening verschillen (Piketty vindt dat de term te vaak gebruik wordt om een politieke stroming verdacht te maken), zijn de filosoof en de econoom het er wel over eens dat ‘links’ mede verantwoordelijk is voor het huidige succes van rechts-nationalistische partijen. Progressieven, vooral de kopstukken van de Derde Weg, krijgen een veeg uit de pan. Ze hebben nagelaten om de discussie aan te gaan over de manier waarop de markt moet worden bijgestuurd in functie van het algemeen belang. Ze zijn te gemakkelijk meegegaan in het verhaal van een ongereguleerde globalisering waarin een vorm van laissez-faire kapitalisme de bovenhand haalt en uiteindelijk niet in het voordeel is van (het zelfrespect van) de zwaksten in de samenleving.
De sociaaldemocratie is nog lang geen afgewerkt product – de strijd moet verdergaan.
Het boekje van Piketty en Sandel leest als een aansporing voor sociaaldemocraten om niet bij de pakken te blijven zitten en opnieuw een tandje bij te steken. De sociaaldemocratie is nog lang geen afgewerkt product – de strijd moet verdergaan. Piketty, die in zijn werk ook historisch te werk gaat, wijst erop dat de ongelijkheid in Europa vandaag al veel kleiner is dan honderd jaar geleden – een reden tot hoop. Bovendien werd het sociaaldemocratische programma in de 20ste eeuw destijds als een heel radicaal project beschouwd. Dat historisch besef zou sociaaldemocraten moeten sterken in de overtuiging om ook nu radicalere standpunten te verdedigen. Eén van de stokpaardjes van Piketty hierbij is de ‘zeer progressieve belasting’ op inkomen en vermogen, waarbij het gemiddelde belastingtarief procentueel een stuk hoger wordt naarmate het inkomen stijgt. Piketty brengt graag in herinnering dat heel wat landen, ook de VS, tot de jaren 1980 belastingsvoeten hadden voor de hoogste inkomens van meer dan 80%.
Sociaaldemocraten moeten er ook blijven op toezien dat er voldoende wordt geïnvesteerd in sociale zekerheid, onderwijs en gezondsheidszorg. De gedachte dat we de hoeveelheid geld dat daarin wordt geïnvesteerd kunnen bevriezen, houdt geen steek. Als we de welvaartsstaat willen versterken, vergt dat meer middelen.
Het andere stokpaardje van Piketty gaat over participatie. Hij bepleit een democratisch socialisme waarin afgevaardigden van de werknemers veel meer inspraak krijgen in het reilen en zeilen van de bedrijven waar ze werken. Ten derde moet de sociaaldemocratie, meer dan de voorbije decennia het geval was, oog hebben voor de internationale dimensie. De uitbuiting in het Zuiden, de ontginning van grondstoffen, de migratie- en klimaatuitdaging nopen om de sociaaldemocratische beweging internationaal te organiseren en te versterken.
EEN TE BELEEFD GESPREK
De dialoog tussen Piketty en Sandel is voornamelijk een gesprek onder gelijkgezinden. De twee auteurs kunnen rekenen op elkaars sympathie. Ze zetten ongestoord en in opbod hun standpunten uiteen. Het lijkt er zelfs op dat uit beleefdheid elke mogelijke tegenspraak wordt vermeden. Dat is een gemiste kans. Zo eindigt het boek met een gesprek over identiteit en het succes van politici als Le Pen en Trump. Piketty stelt dat vooral het verdwijnen van jobs, niet migratie, kiezers overtuigt. Sandel ziet dat anders, maar de tegenstelling blijft impliciet en wordt niet echt uitgediept.
Volgens Sandel zijn sociaaldemocratische partijen kwetsbaar omdat ze hebben toegelaten dat mobiliserende politieke gevoelens als patriottisme, gemeenschap en culturele trots het monopolie van (uiterst) rechts zijn geworden. Tegenover een exclusief nationalistisch en xenofobisch verhaal moet een politiek alternatief staan dat patriottisme en gemeenschap definieert in termen van inclusie, gedeelde solidariteit en wederkerigheid. Sandel hint ook op een vorm van economisch patriottisme: bedrijven die zich verplaatsen om belastingen te ontwijken, zijn volgens hem niet patriottisch.
Sandel lijkt meer belang te hechten aan culturele homogeniteit dan Piketty, maar hoe ver hij daarin wil gaan blijft zeer onduidelijk.
Dit alles heeft ook implicaties voor hoe links moet nadenken over grenzen, migratie en integratie. Sandel lijkt meer belang te hechten aan culturele homogeniteit dan Piketty, maar hoe ver hij daarin wil gaan en welke maatregelen hij voorstelt, blijft zeer onduidelijk. Piketty daarentegen lijkt het identiteitsdebat grotendeels te willen vermijden en focust op economische gelijkheid en solidariteit. Maar de vraag blijft: onder welke maatschappelijke en sociale voorwaarden zijn gelijkheid, solidariteit en herverdeling mogelijk? In welke mate veronderstelt een solidaire welvaartsstaat een gedeeld gevoel van verbondenheid, en hoe kan dat – in een tijd van globalisering en diversiteit – vorm krijgen?
Een vervolggesprek tussen beide auteurs over hoe links, en meer bepaald de sociaaldemocratische partijen, zich kunnen profileren in het debat over identiteit, migratie en gemeenschapsgevoel zou boeiend zijn. In dit boekje heeft Piketty iets meer het woord dan Sandel; in het volgende gesprek kunnen de rollen misschien eens worden omgekeerd?
Patrick Loobuyck
Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 3 (maart), pagina 66 tot 68
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.