Abonneer Log in

Energieprijs is belangrijker dan loonkosten

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 4 (april), pagina 52 tot 53

Voor de staal- en chemie-industrie is betaalbare energie belangrijk, en voor ons allen schone energie.

Volgens nogal wat linkse stemmen wordt de industrie te veel gepamperd. De redenering van een deel van de bedrijfswereld is daarbij: onze industrie staat aan de rand van afgrond. En dus moet de overheid de portemonnee trekken en tegelijk de overheidsbemoeienis terugdringen. In het Nederlandse weekblad De Groene Amsterdammer wees gewezen GroenLinks-voorzitter, Mirjam de Rijk, erop “hoe snel er boter bij de vis komt. Europese milieuregels worden afgeschaft nog voor ze zijn ingevoerd, honderden miljarden euro’s toegezegd, regels voor staatssteun versoepeld. En dat in een paar maanden tijd.” Volgens haar is dat geen rationeel beleid. Waarom geld geven aan een bedrijf als Volkswagen? Dat maakt fors winst en als het in moeilijkheden zit, dan is het daar volgens De Rijk zelf voor verantwoordelijk vanwege decennialange blindheid voor milieu, klimaat en innovatie. In een tijd vol zorgen om de wereldeconomie – Trump en China – en de ‘strategische autonomie’ is dat blijkbaar van geen tel.

Over die strategische autonomie valt wat te zeggen. De cruciale vraag is voor welke producten we economisch afhankelijk (dreigen te) zijn van landen waarvan we geopolitiek gezien vooral niét afhankelijk willen zijn. Een goed uitgangspunt daarbij is ons huidig welvaartsniveau. Los van degelijk onderwijs willen sociaaldemocraten dat iedereen in Europa gezond kan eten, comfortabel en warm wonen, gezond leven, dat we ons kunnen verplaatsen en aan cultuur en recreatie kunnen doen. Door de zotternijen van Rusland staan deze verwachtingen (eten, wonen, gezondheid, verwarming) op de helling. We waren onder meer te afhankelijk van Russisch aardgas geworden.

Laten we voor het uitstippelen van een strategie kijken naar wat belangrijk is in het dagelijks leven van alle Europeanen, en niet alleen van de rijken.

Laten we voor het uitstippelen van een strategie kijken naar wat belangrijk is in het dagelijks leven van alle Europeanen, en niet alleen van de rijken. Willen we voor onze woningen (hout, staal, andere bouwmaterialen) afhankelijk zijn van onbetrouwbare landen? Willen we ons eten invoeren? Of de Europese landbouw blijven ondersteunen, en voor groente en fruit inzetten op de korte keten? Corona heeft ons met Frank Vandenbroucke geleerd dat het niet wenselijk is om voor vaccins afhankelijk te zijn van de VS en China. Dezelfde redenering geldt voor onze staalproductie of de chemische sector. Deze cruciale sectoren mogen we niet overlaten aan China en ook niet langer de VS, die plotseling geen bondgenoot meer zijn. Voor staal en chemie is betaalbare energie belangrijk, en voor ons allen schone energie.

Investeringen in windenergie op land en zee dienen onze onafhankelijkheid. Ze moeten ervoor zorgen dat Europeanen hun welvaartsniveau kunnen behouden. Toegepast op Europa – de Europese Unie met het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen – betekent dat het ontwikkelen van een strategie voor het in handen houden van de basisvoorzieningen voor de consument. En dat op een ethische, duurzame en betaalbare wijze. Daarbij gaat het ook om belastingen – en dat is meer dan het afromen van bedrijfswinst. Een voorbeeld. In Europa betaalt de industrie 80 euro taks per ton CO2. In China nul. Dat is belangrijk in een economie met wereldwijde concurrentie. Gelukkig kunnen we in Europa aan verschillende knoppen draaien. We kunnen heffingen doen op de import van staal dat op zwaar vervuilende manier is geproduceerd. Of we kunnen onze energieprijzen doen dalen, al dan niet door collectivisering.

De taks op olie is laag (huisverwarming) of onbestaand (transport over de weg), maar op groene energie betalen we 60% transportkosten.

Het gaat bij energie niet alleen om productiekosten. De energieprijs bestaat voor 60% uit netkosten en dus transport van elektriciteit. Elia, de beheerder van ons hoogspanningsnet, moet zelfbedruipend en dus zonder overheidssteun werken. Dat maakt onze elektriciteit duur. De taks op olie is laag (huisverwarming) of onbestaand (transport over de weg), maar op groene energie betalen we 60% transportkosten. Die handicap is erger dan de loonkosten. Onze energie is drie keer duurder dan in de VS. Europa moet daarom blijven investeren in onderzoek naar en ontwikkeling van alternatieve energie.

We moeten in de eerste plaats de Europese consument beschermen, zoals we dat al langer met voedsel doen. In de tweede plaats moeten we oog hebben voor de positie van onze economie die zoals gezegd in sterke concurrentie met de VS en Azië staat. We komen er niet door te zeggen dat de bedrijfswinsten omhoog moeten. Het gaat erom dat het niet kan dat de vuilste kolencentrale dezelfde transportprijs als windenergie betaalt. Het kan evenmin dat we evenveel energiesubsidies geven voor de productie van kunstmest dat naar de agro-industrie in Brazilië wordt geëxporteerd. Als we de staalsector hier willen houden, is de energieprijs belangrijker dan de loonkosten. Die moet de EU aanpakken.

We moeten afstappen van het concept om landelijke in plaats van Europese steun aan onze industrie te geven.

We moeten ook afstappen van het concept om landelijke in plaats van Europese steun aan onze industrie te geven. Dat leidt tot domme competitie tussen de lidstaten, die tegen elkaar worden uitgespeeld. In de chemiesector hebben Duitsland, Nederland en België gemeenschappelijk belangen. 60% van de Europese chemie bevindt zich daar, in de regio tussen het Ruhrgebied, Zuid-Nederland, de havens van Antwerpen en Rotterdam en North Sea Port. Als we staal en chemie hier willen houden, moet onze industrie ook anders naar de wereld kijken. Minder door de financiële en industriële bril, meer door die van de Europeanen en wat die nodig hebben om hun beschavingsniveau te behouden en wat zij daarvoor willen inzake eten, wonen, gezondheid, verwarming…

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 4 (april), pagina 52 tot 53

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.