We hebben een vastgeroest beeld van slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag, waardoor veel slachtoffers niet (gemakkelijk) erkend worden.

Over de schreef
In Over de schreef. Macht en grenzen aan de universiteit voegt filosofe Sofie Avery een belangrijk stuk toe aan een puzzel waarvan we heel wat stukken hebben. Vanuit het perspectief van kennis, en wie bepaalt wat als valide kennis beschouwd wordt, beschrijft zij wat daar de gevolgen van zijn voor de wijze waarop universiteiten (niet) omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Indien u nu denkt dat dit heel abstract is, dan heeft u het mis. Het is net een heel toegankelijk boek, dat veel – op concepten uit de filosofie en sociale wetenschappen gebaseerde – informatie bundelt en er – alleszins op het niveau van Nederlandstalige publicaties – een zinvolle dimensie aan toevoegt.
Sofie Avery begint met het begrip kennisonrecht, onrecht in verband met kennis en het geloof dat gehecht wordt aan die kennis. Dit begint bij het feit dat slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag zich vaak niet goed voelen bij een situatie waarbij hun grens overschreden wordt, maar dit zelf niet noodzakelijk definiëren als seksueel grensoverschrijdend gedrag. Uiteraard, zegt de auteur, weten ze wat hen overkomt. Het punt is dat ‘Hoe je je eigen ervaringen interpreteert, is geen louter individueel gegeven. Het heeft te maken met de omgeving waarin je die ervaring beleeft en met de interpretatiekaders die daar heersen. De ervaring van grensoverschrijdend gedrag is dus een door en door sociaal en institutioneel gegeven.’ (p.12)
Daarmee geeft ze al fijntjes aan dat grenzen niet louter een persoonlijk en individueel gegeven zijn, zoals informatiekanalen van universiteiten vaak postuleren. Het punt is vooral dat verschillende interpretaties mogelijk zijn van dezelfde situatie, en dat niet elke interpretatie als even correct of belangrijk wordt beschouwd. Daardoor kan het zijn dat wat iemand als seksueel grensoverschrijdend gedrag ervaart het toch niet als zodanig interpreteert. Het dominante interpretatiekader kan hetzelfde feit of diezelfde situatie immers als humor of onschuldig geflirt omschrijven. En als dat zo is, wat denk je er zelf dan uiteindelijk van?
Het dominante interpretatiekader kan hetzelfde feit of diezelfde situatie als humor of onschuldig geflirt omschrijven.
Om te illustreren waar het om gaat, ontleedt Sofie Avery vervolgens vier dominante narratieven in verband met seksueel grensoverschrijdend gedrag en concludeert het volgende.
Een. Slachtoffers hebben vaak ervaringen die afwijken van het standaardbeeld van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daardoor kunnen ze twijfelen om de situatie als zodanig te omschrijven, laat staan om erover te praten. En wanneer ze het toch doen wordt het door hun omgeving niet per definitie als zodanig opgepikt. Zie supra.
Twee. We hebben een soort vastgeroest beeld van slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag, waardoor veel slachtoffers niet (gemakkelijk) erkend worden, zelf ook aanvoelen dat dit zo is, en dit voor hen de aanleiding kan zijn om uiteindelijk de instelling verlaten. In het boek worden een aantal gevallen opgesomd, de lijst niet publiek gekende gevallen is legio.
Drie. Wederzijdse toestemming volstaat niet in een universitaire omgeving. Dat heeft niets met onbekwaamheid om die te geven te maken, maar alles met de asymmetrische pedagogische relatie die heerst aan de universiteit. Een seksuele relatie moet tevens aan een aantal andere criteria voldoen, en die zijn gekend stelt de auteur terecht. Ze verwijst hiervoor naar het werk van Sensoa: naast wederzijdse toestemming zijn dat vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, ontwikkelings- of functioneringsniveau, context en impact.
Vier. Plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn niet per definitie monsters, zoals ook Heleen Debruyne recent nog in haar column in Humo beargumenteerde. En, voegt Sofie Avery daar wederom fijntjes aan toe, pleiten voor een kordaat optreden door de universiteit bij een geval van seksueel grensoverschrijdend gedrag staat evenmin gelijk aan cancel culture.
Hierop opbouwend maakt ze de stap naar het slachtoffer, oftewel de overlever. Het verhaal van die klager – indien die al klaagt – wordt sterk ondergewaardeerd. In dit kader maakt ze gebruik van het werk van de filosofe Sara Ahmed, die erop attent maakt dat when you expose a problem, you pose a problem. Vaak komt die klager daar niet aan toe. Immers, klagen ‘leert je (…) iets bij over de normen die heersen binnen een bepaalde omgeving of instelling: wat er aanvaardbaar is en wat niet, en wie daarover mag beslissen.’ (p.47)
Een uitstekende illustratie hiervan is recent eveneens gepubliceerd, in de vorm van een roman over academische gezelligheid. Ik kan u die ten zeerste aanbevelen. Als een individu ervan uitgaat dat het niet geloofd zal worden, dan zwijgt het, los van het feit dat dit zwijgen vaak ook afgedwongen kan worden. En dan vertrekt het. Zo, betoogt Sofie Avery, verliest de wetenschap veel intellectueel kapitaal – en ook kennis over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daardoor gaat die kennis evenmin behoren tot de dominante interpretatiebronnen. En zijn we terug bij het begin. Sofie Avery pleit er dus vooral voor om naast het doorprikken van de hogerop vermelde mythes klagers serieus te nemen, naar hen te luisteren. Het probleem dat ze op tafel leggen als zodanig te erkennen. Immers, stelt ze, er is geen gebrek aan kennis. Inderdaad, kennisonrecht staat niet gelijk aan gebrekkige kennis, wel aan het feit dat dominante interpretaties structureel bevoordeeld zijn. Laat ons dus die ervaringskennis serieus nemen. En mede daardoor universiteiten tot echt inclusieve instellingen maken.
Laat ons de ervaringskennis serieus nemen. En mede daardoor universiteiten tot echt inclusieve instellingen maken.
Sofie Avery slaagt erin om op amper 70 pagina’s veel concepten en informatie op een bevattelijke wijze bijeen te brengen. Daardoor kunnen lezers het gevoel hebben dat bepaalde redeneringen niet helemaal uitgewerkt worden of dat er hier en daar sprongen in het betoog zitten. Maar laat ons het boek vooral nemen voor wat het wil zijn: een bron aan nieuwe inzichten, voor beleidsmakers, (mogelijke) daders, (mogelijke) slachtoffers en overlevers, eenieder die op de universiteit (of in een soortgelijke omgeving zoals een hogeschool) studeert en werkt. Je kan er kracht (en hulp) uit putten, een leidraad voor verantwoord handelen, en als beleidsmaker concrete inspiratie vinden om met seksueel grensoverschrijdend gedrag om te gaan. Ik schrijf bewust om te gaan. Inderdaad, het gaat om omgaan met bestaand seksueel grensoverschrijdend gedrag, ook al is de betrachting wellicht om beleid te ontwikkelen dat dit gedrag uiteraard ook probeert tegen te gaan.
Sofie Avery beoogt twee doelen met dit boek, het verbreden van onze visie op seksueel grensoverschrijdend gedrag aan de universiteit en de zwijgcultuur die er heerst tegengaan. In haar eerste opzet is ze alvast geslaagd. Ik hoop van harte, voor velen, dat haar boek eveneens slaagt in die tweede opzet. Kopen, lezen, en erover praten zou ik zeggen.
Petra Meier
Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 5 (mei), pagina 74 tot 76
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.