De mythe van Wallonië als ‘l’Etat PS’ kan in de vuilbak. In 2024 verschoof de publieke opinie er op een structurele manier naar rechts. En dat traditionele beeld van een ‘links Wallonië' komt niet onmiddellijk terug.

Georges-Louis Bouchez en Maxime Prévot, © ID/Bart Dewaele
Decennialang was het een patroon dat voor een vorm van politieke stabiliteit zorgde in ons land: terwijl in het Vlaams Gewest de CVP (nu cd&v) de dominante partij was, werd die rol in Wallonië gespeeld door de Parti Socialiste (PS). Dat zorgde voor een zeker evenwicht, omdat beide partijen zo groot waren dat ze konden spreken namens hun eigen taalgemeenschap. In de praktijk waren deze twee partijen dan ook de architecten van alle staatshervormingen van de afgelopen decennia.
De verkiezingen van juni 2024 verstoorden dat vertrouwde patroon. Aan Vlaamse zijde veranderde er niet zoveel, behalve dat nog maar eens bleek dat commerciële internet-peilingen volstrekt onbetrouwbaar zijn. Aan Franstalige kant was er echter sprake van een heuse omwenteling: voor het eerst sinds de Eerste Wereldoorlog was de PS niet langer de grootste partij, maar werd die positie ingenomen door de MR. De PS verdween dan ook prompt uit zowel de regionale als de federale meerderheden. In de media verschenen hierover al meteen enkele ad-hocverklaringen. De manier waarop MR-voorzitter, Georges-Louis Bouchez, voortdurend het beleid van zijn coalitiepartners binnen de regering-De Croo had aangevallen, zou in de smaak zijn gevallen bij de Franstalige kiezers. Bovendien waren er ook enkele corruptieschandalen waarbij lokale politici van de PS waren betrokken. Uiteraard hebben dat soort elementen een invloed op het kiesgedrag, maar op basis van verkiezingsonderzoek kunnen we nagaan wat de meer structurele oorzaken zijn van die machtswissel.
De PS was sinds de Eerste Wereldoorlog de grootste partij in Franstalig België. De verkiezingen van juni 2024 maakten abrupt een einde aan deze dominantie. Maar de mythe van Wallonië als een PS-staat was al langer een eigen leven gaan leiden: in 2004 haalde de PS nog 37% van de stemmen voor het Waals Parlement, maar sindsdien is de score van de partij telkens systematisch verzwakt, tot 23% in 2024. De resultaten van 2024 waren dus geen uitzondering, maar ze bevestigen enkel die historische trend. Door die langzame afkalving van de PS kon de MR nu uiteindelijk de grootste partij worden.
STRUCTUREEL PROCES
We hebben vaak de neiging een verkiezingsuitslag te interpreteren aan de hand van de mediaverslaggeving. Meestal gaat het dan om een aantal incidenten, die tijdens de verkiezingscampagne veel aandacht kregen. Dergelijke elementen hebben uiteraard een invloed op het kiesgedrag, maar ze dragen niet bij tot een duidelijker begrip van de echte betekenis van het verkiezingsresultaat.
Die betekenis kunnen we wel afleiden aan de hand van een grootschalig verkiezingsonderzoek dat onmiddellijk na de verkiezingen van juni 2024 werd uitgevoerd door het Centrum voor Politicologie van de KU Leuven.1 Daarbij werd niet alleen gekeken naar het kiesgedrag, maar ook, en vooral, naar de verschillende ideologische voorkeuren op basis waarvan de kiezers beslissen welke partij ze zullen steunen. Uit deze studie blijkt dat de verkiezingsuitslag niet kan worden beschouwd als zomaar een accident de parcours. Het is duidelijk dat we te maken hebben met een meer structureel proces, en aan de hand van het onderzoek kunnen we dit ook duidelijker verklaren, met drie belangrijke elementen.
Geen nieuw fenomeen
Ten eerste is de afkalving van de PS geen nieuw fenomeen. Sinds de verkiezingen van 2004 heeft de PS telkens opnieuw stemmen verloren, en in totaal is de steun voor de partij zowat gehalveerd. Structureel wil dat zeggen dat de rekruteringsbasis van de partij veroudert en verdwijnt. Ook in de traditionele bolwerken van Henegouwen en Luik krijgt de partij zware klappen. In andere regio’s en landen van West-Europa hebben de socialisten net zo goed te kampen met een geleidelijke erosie van hun verkiezingsresultaten, en hoewel het een tijd leek dat Wallonië een uitzondering zou vormen op dit algemene patroon, is dat exceptionalisme nu duidelijk verdwenen.
Als we een verklaring proberen te vinden voor het structurele verlies van de socialistische partijen, wordt vaak verwezen naar het succes van politieke partijen die teren op een antimigratiediscours, en die een duidelijke strategie hebben om kiezers uit de arbeidersklasse naar zich toe te trekken. We zien inderdaad dat in veel Europese landen kiezers die traditioneel voor links stemden, nu opteren voor een partij die vooral inzet op antimigratiegevoelens. In Wallonië ontbreekt echter een dergelijke partij, en ook het experiment met het extreemrechtse Chez Nous is op een sisser afgelopen, met slechts 2,8% van de stemmen. Toch zien we dat ook in het Waals Gewest de PS structureel kiezers verliest, waaruit we kunnen besluiten dat het anti-immigratiesentiment hiervan duidelijk niet de enige oorzaak kan zijn. Een aantal auteurs stelt dat de sociaaldemocratie fundamenteel is verzwakt omdat ze zogezegd geen goed antwoord zou hebben op de toenemende culturele diversiteit van onze samenleving. Maar in Wallonië volgt de PS identiek dezelfde trend, terwijl er daar geen extreemrechtse uitdager is. Als socialistische partijen structureel verliezen in Europa, dan heeft dat dus zeker niet alleen te maken met de concurrentie van extreemrechts.
We kunnen de vergelijking maken tussen de teloorgang van de ‘CVP-staat’ in Vlaanderen, en de dominantie van de PS in het Waals Gewest.
We kunnen hier opnieuw de vergelijking maken tussen de teloorgang van de ‘CVP-staat’ in Vlaanderen, en de dominantie van de PS in het Waals Gewest. Beide partijen hebben systematisch decennialang kiezers verloren, niet alleen door het geleidelijk verdwijnen van hun traditionele kiespubliek, maar allicht ook door een zekere vermoeidheid over de machtsgreep van die partijen.
Duidelijke ideologische voorkeur
Ten tweede gaan we er van uit dat partijvoorkeur een duidelijke ideologische optie weerspiegelt. Ondanks het feit dat de massamedia het graag over de “wispelturige kiezer” hebben, stellen we vast dat de meeste kiezers nog altijd een duidelijke ideologische voorkeur willen uitdrukken met hun stem. Dat heeft ten dele te maken met culture conflicten, over bijvoorbeeld diversiteit, immigratie of ecologie. Maar de traditionele links-rechtsopdeling heeft nog altijd een heel belangrijke invloed op het kiesgedrag. Voor het overgrote deel van de kiezers is het duidelijk dat ‘links’ staat voor herverdeling en sociale zekerheid, terwijl ‘rechts’ impliceert dat de overheid slechts een beperkte rol mag spelen in de economie.
Als we de Waalse respondenten vragen naar hun positie op de links-rechtsbreuklijn, dan zien we dat ze sinds de vorige verkiezingen van 2019 een flink stuk naar rechts zijn opgeschoven. De gemiddelde scores van Vlamingen en Walen liggen nu heel dicht bij elkaar. Overigens: dit was ook al zo in de enquêtes vlak vóór de verkiezingen, dus nog voor de respondenten wisten dat de MR de grootste partij zou worden. Het beeld van een “links Wallonië” klopt dus helemaal niet meer. Juist die verschuiving naar rechts heeft fatale gevolgen gehad voor de PS en de PTB, omdat een linkse politieke overtuiging de belangrijkste reden is en blijft om voor die partijen te stemmen.
Volledige linkse kamp verzwakt
Ten derde zien we dat het progressieve kamp in zijn geheel duidelijk verzwakt is. In het verleden functioneerden de PS, de PTB en Ecolo vaak als communicerende vaten, zodat de globale sterkte van het progressieve kamp relatief constant bleef. In 2014, bijvoorbeeld, haalden de drie progressieve partijen samen 45% van de stemmen. Het unieke van juni 2024 is nu dat alle drie de progressieve partijen tegelijk kiezers verloren: in totaal gingen ze van 48 naar 34 zetels in het Federaal Parlement. Dat wijst er opnieuw op dat er toch sprake is van een structurele verschuiving binnen de publieke opinie. De PS had te maken met corruptieschandalen, en bij Ecolo was de regeringsdeelname niet echt een overdonderend succes. Maar bij de PTB waren die elementen helemaal niet aanwezig, en toch verloor ook die partij terrein. Heel de linkerzijde zat dus in de hoek waar de klappen vielen.
Het unieke aan de verkiezingen van 2024 was dat alle drie de progressieve partijen tegelijk kiezers verloren.
WINST VOOR RECHTS EN VOOR HET CENTRUM
Waar ging de winst dan wel naar toe?
De MR werd natuurlijk afgetekend de grootste partij in het Waals Gewest, met 29,6% van de stemmen. De partij positioneert zich duidelijk rechtser dan de Vlaamse liberalen, en de MR heeft natuurlijk als strategisch voordeel dat ze op haar rechterflank geen enkele concurrentie heeft. Kiezers die in Vlaanderen eerder voor N-VA of Vlaams Belang zouden opteren, zijn dus wel gedwongen om voor de MR te kiezen. Als we aan de respondenten vragen op wie ze in juni 2024 hebben gestemd, en op welke partij in mei 2019, dan zien we bovendien dat de MR bijzonder trouwe kiezers heeft, en nauwelijks aanhangers verliest (FIGUUR 1). Toch moet de glansoverwinning van de MR ook enigszins genuanceerd worden: ook in 2004 behaalde ze reeds 24,3%. Op twintig jaar tijd zijn er dus vijf procentpunten bij gekomen. De MR is dus vooral de grootste partij kunnen worden door het verzwakken van de PS.
Wat eerder onderbelicht blijft, is dat Les Engagés de grootste winst optekenden, met een vooruitgang van 9 procentpunten. Decennialang zaten de Waalse christendemocraten in een sukkelstraatje, waarbij ze keer op keer stemmen verloren, en het idee was dan ook dat de partij op de duur stilletjes zou verdwijnen. De partij gooide echter radicaal het roer om, en koos voor een gematigd profiel, zonder enige verwijzing naar de vroegere christendemocratische ideologie. Die gok werd duidelijk beloond: de partij verdubbelde haar stemmenpercentage, en trok kiezers aan vanuit alle andere richtingen. Dat lijkt te suggereren dat ook in tijden van politieke polarisering er een relatief grote groep van kiezers is die zich kan vinden in meer gematigde standpunten. De fameuze ‘C’ kan dus net zo goed voor centrum staan, en waarom zelfs niet voor ‘compromis’, zonder enige verwijzing naar de vroegere christendemocratische ideologie.
Een flink deel van de kiezers van Les Engagés kwam van Ecolo.
Als we vergelijken met de voorkeuren in 2019, dan zien we dat Les Engagés-kiezers konden aantrekken van zowat alle andere politieke partijen in het gewest (FIGUUR 1). Een flink deel daarvan kwam van Ecolo, dat op dramatische wijze kiezers verloor aan alle partijen, terwijl die partij nauwelijks nieuwe kiezers kon aantrekken. De aantrekkingskracht van Les Engagés is ook relevant voor een bredere maatschappelijke discussie: in zowat alle landen wordt nu gesteld dat we in een gepolariseerd politiek klimaat leven, waarbij de kiezers steeds meer verleid worden door extreme partijen. In Wallonië zien we echter dat de voorkeur uitgaat naar wat in wezen een heel traditionele centrumpartij is.
PRÉVOT EN BOUCHEZ
De belangrijkste reden voor de verschuiving van de linkse politieke partijen naar het centrum en naar rechts, ligt dus in fundamentele ideologische verschuivingen, en in een zekere afkeer van de traditionele dominantie van de PS, die te kampen heeft met l’usure du pouvoir.
Zijn de mediaberichten over het persoonlijke succes van Georges-Louis Bouchez dan helemaal uit de lucht gegrepen? Bouchez heeft een opvallende communicatiestijl, en bij een aantal Vlaamse partijen gaan nu stemmen op om te stellen dat ze ook iemand als Bouchez nodig hebben. Een aantal kopstukken van de Open VLD pleiten er zelfs onomwonden voor zich als vazallen over te leveren aan de partij van Bouchez. Als we in het onderzoek kijken naar de populariteit van Bouchez onder de MR-kiezers, dan ligt die inderdaad hoog, en er is een duidelijk verschil met het geringe enthousiasme voor Paul Magnette onder de PS-kiezers. Maar de score van Bouchez is niet uitzonderlijk hoog, en Maxime Prévot doet het zelfs iets beter bij de kiezers van zijn partij.
De score van Bouchez was in 2024 niet uitzonderlijk hoog, en Maxime Prévot deed het zelfs iets beter bij de kiezers van zijn partij.
Met andere woorden: als de Vlaamse politieke partijen een Waals voorbeeld willen volgen, dan kunnen ze daarvoor net zo goed Prévot kiezen als Bouchez.
EXTREEMRECHTS NIET VAN DE GROND
De voorbije decennia was het Waals Gewest langzamerhand een uitzondering geworden: terwijl overal in West-Europa de rode burchten systematisch geslecht werden, bleven die bestaan in Wallonië. Franstalig België vormt dus niet langer een uitzondering op dit algemene patroon. Toch is er nog één element dat Wallonië wel uitzonderlijk maakt: ook deze keer is extreemrechts er helemaal niet van de grond gekomen. We hebben daar eigenlijk geen goede verklaring voor: alle onderzoek toont immers aan dat antimigratiegevoelens even sterk zijn in Wallonië als in Vlaanderen, alleen vormt het in Wallonië nauwelijks een stemmotief.
Welke toverdrank de Walen innemen om in te gaan tegen deze algemene trend in Europa, blijft voorlopig een raadsel. Net zoals in andere samenlevingen is er in Wallonië duidelijk een potentiële voedingsbodem van kiezers die heel negatief oordelen over migratie en diversiteit. In het onderzoek probeerden we dat na te gaan door de respondenten een keuze te laten maken tussen de twee Franse presidentskandidaten Emmanuel Macron en Marine Le Pen. Daarbij overtuigde Le Pen 21% van alle respondenten, en onder MR-kiezers was dit 29%. Er is dus wel een zeker verband, maar in alle modellen blijft de invloed van antimigratiegevoelens relatief beperkt. Ook bij de regeringsvorming viel het overigens op dat de Franstalige partijen de “harde” aanpak van migratie en asiel bij voorkeur overlaten aan de Vlaamse regeringspartners.
ACHTERHAALD
Mythes gaan op den duur hun eigen leven leiden. Vlaamse politici en media hebben nu al decennia lang herhaald dat er een “links Wallonië” bestaat. Die mythe botst met de werkelijkheid dat in zowat alle Europese landen de socialistische partijen al lang structureel kiezers verliezen. Het Waals Gewest volgt nu gewoon die trend.
Je merkt dat de PS geen overweldigende indruk maakt in de oppositie.
Voorlopig weten we niet wat dit in de toekomst zal geven. Ecolo gedraagt zich vaak als een jojo, met sterke winst na een oppositiekuur, en fors verlies na regeringsdeelname. Maar de PS heeft nu te maken met een voor hen nieuw scenario: de partij neemt op geen enkele manier nog deel aan de macht (als we abstractie maken van de hachelijke situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). De partij was decennialang een echte machtsmachine, die op die manier ook de kiezers aan zich kon binden. We zijn nu een jaar verder, en je merkt dat de Parti Socialiste geen overweldigende indruk maakt in de oppositie. Ook bij het sociaal protest tegen de besparingen van de regering-De Wever merk je op dat dit bijna even sterk is in Vlaanderen als in Wallonië, dus ook op dat vlak is het traditionele Waals militantisme blijkbaar wat getemperd.
In 1912 schreef Jules Destrée aan Koning Albert dat er geen Belgen zijn, alleen maar “linkse Walen” en “katholiek-conservatieve Vlamingen”.2 Maar die tweedeling lijkt nu toch helemaal achterhaald.
EINDNOTEN
- De resultaten van dit onderzoek zijn intussen verschenen als Dieter Stiers & Marc Hooghe, No Longer “Walloon Exceptionalism”. The Decline of Leftist Parties in the Walloon Region of Belgium, 2014-2024. French Politics, 2025, geaccepteerd.
- Jules Destrée (1912). Lettre au Roi sur la Séparation de la Wallonie et de la Flandre. Bruxelles: Weissenbruch.
Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 6 (juni), pagina 11 tot 16
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.