Om elkaar als gelijke te beschouwen, ondanks de duidelijke verschillen, is het belangrijk om te realiseren dat er in andermans ‘vreemde’ of ‘onredelijke’ levenskeuzes, binnen zijn of haar leefwereld, vaak een redelijke consistentie te ontdekken is.

Los van het politieke doel van gelijkheid tussen mensen kan je je afvragen: wanneer gaan mensen elkaar als gelijken beschouwen? Want we worden niet als gelijken geboren. We leven allemaal duidelijk heel verschillend en die belangrijke verschillen tussen mensen en groepen zullen altijd blijven bestaan. We hebben allemaal andere gewoonten, zien er allemaal anders uit en dragen uiteenlopende ervaringen met ons mee.
Om elkaar als gelijke te beschouwen, ondanks de duidelijke verschillen, is het belangrijk om te realiseren dat er in andermans ‘vreemde’ of ‘onredelijke’ levenskeuzes, binnen zijn of haar leefwereld, vaak een redelijke consistentie te ontdekken is.1
Ik geef een concreet voorbeeld van dit systeempje. Denk aan iemand die een bloedtransfusie weigert omdat zijn of haar geloof dat verbiedt, zoals bijvoorbeeld bij Getuigen van Jehova het geval is. Voor velen een onbegrijpelijke en onredelijke keuze, zeker als het iemands leven in gevaar brengt. Maar volgens hun geloofsovertuiging is elke toediening van andermans bloed een zodanig ernstige schending van religieuze voorschriften rond de heiligheid van bloed als bron van levenskracht, dat je daardoor niet meer tot het eeuwig leven kan komen na je dood. De keuze om een bloedtransfusie te weigeren wordt zo in zekere mate consistent binnen de leefwereld van deze geloofsovertuiging, en in de erkenning van die consistentie komt er een zekere menselijkheid aan het licht. Zo’n erkenning, die in zekere zin cultuurverschillen relativeert, betekent natuurlijk geen kritiekloze instemming of goedkeuring. Ze gaat om geen enkele reden gepaard met ethisch relativisme of een ‘dus alles is even goed’ houding.
Of denk aan een scene uit het eerste seizoen van het tv-programma Taboe, in aflevering vijf rond armoede, waarbij Philippe Geubels toegeeft dat hij vaak gedacht heeft: waarom spenderen mensen met financiële problemen nog steeds geld aan dure kleren, een grote tv of andere ‘niet-essentiële’ producten? ‘Besteed daar je geld toch niet aan!’ Maar zijn geïnterviewde legt uit dat zulke aankopen voor hem geen luxe waren, maar een antwoord vormen op het materialisme waartoe ze veroordeeld zijn. Als je een tv koopt, breng je de wereld binnen in je huiskamer.
De geïnterviewde legt uit aan Philippe Geubels dat dure kleren of een grote tv voor hem geen luxe waren, maar een antwoord vormen op het materialisme waartoe ze veroordeeld zijn.
Deze erkenning van redelijke consistentie noemen sommigen een ‘antropologische wending,’ die een belangrijke basis vormt voor onze keuze om elkaar als gelijken te beschouwen.
Het wordt ons vandaag best moeilijk gemaakt om te volharden in die keuze. Bij het hanteren van zulke antropologische wending moeten we immers opboksen tegen dominante, geïndividualiseerde visies op keuzes van onszelf en de ander, waarbij veel aandacht voor leefwerelden verloren gaat. En zonder die kennis is een antropologische wending niet mogelijk. Denk aan de manier waarop we (jonge) mensen steeds vaker begrijpen als concurrerende vormen van menselijk kapitaal, waarbij ondernemerschap belangrijker wordt voorgesteld dan collectieve vormen van arbeid en productie.
Onze maatschappelijke posities worden bovendien te vaak beschouwd als het resultaat van een optelsom van talenten en persoonlijke inzet, waarbij de rol van de omstandigheden waarin zulke talenten tot bloei kunnen komen buiten beschouwing worden gelaten. Of let zo op het beleid dat mensen ‘disciplineert’ en naar de recente fixatie op ‘koopkracht’ – een individualistisch begrip. Het achterliggend atomistisch mensbeeld geeft aanleiding tot de beoordeling van andermans gedrag en levenswijze zonder voldoende aandacht voor de culturele en maatschappelijke context waarin dat handelen plaatsvindt, en staat zo in de weg van ons gelijkheidsideaal.
Ik sluit graag af met een citaat van Hannah Arendt uit ‘Het verval van de nationale staat en het einde van de Rechten van de Mens’: “Wij worden niet als gelijken geboren; we worden elkaars gelijken als leden van een groep, en deze gelijkheid stoelt op de vastberadenheid van onze beslissing om elkaar wederzijds gelijke rechten te waarborgen.”
EINDOOT
- Uitgewerkt in: Stuurman, S. (2009). De uitvinding van de mensheid. Korte wereldgeschiedenis van het denken over gelijkheid en verschil. Amsterdam: Bert Bakker.↑
Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 6 (juni), pagina 22 tot 23
Abonneer je op Samenleving & Politiek

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via
info@sampol.be
of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de
Algemene voorwaarden.
Je betaalt liever via overschrijving?
Abonneren kan ook uit het buitenland.
*Ontdek onze SamPol draagtas.