Abonneer Log in

Minister Van Peteghem, kijk eens naar de spaarrekeningen naar Frans model

In Frankrijk krijgen burgers een billijke vergoeding voor een deel van hun spaargeld, dat vervolgens (semi-)publieke infrastructuur en de reële economie financiert.

© ID/Franky Verdickt

Discussies over het Belgische spaarwezen zijn bijna even oud als België zelf. Een parlementaire commissie in 1848, ingeroepen om het hoofd te bieden aan de financiële crisis en gekoppelde bank run op de Société Générale, riep reeds op tot het oprichten van een nationale spaarkas met overheidsgarantie. Uiteindelijk forceerde de oerliberaal Frère-Orban de oprichting van de (publieke) Algemene Spaar-en Lijfrentekas (ASLK) – private banken gaven amper krediet aan ondernemers, dus mocht de staat tussenkomen.

Sindsdien slingert ons financieel bestel steeds tussen eerder private dan wel meer publieke sturing, vaak op het ritme van de financiële crises. Zo zag een streng krediet- en interestbeleid (jawel) het licht en werden openbare banken gevoelig versterkt in de naweeën van de beurscrash van 1929. Deze bancaire omwenteling leidde de meest stabiele periode in de Belgische financiële geschiedenis in, tot de stagflatie van de jaren 1970 de ideeën over de rol van de staat en de markt radicaal transformeerde. Voor het meer uitgebreide vervolgverhaal over de progressieve en uiteindelijke fatale liberalisering en deregulering van de financiële sector – met mammoetwetten, Europese paspoorten en lichtzinnige privatisering in de hoofdrollen en de 2008 crisis als pijnlijke apotheose - verwijs ik u graag naar mijn hoofdstuk in het boek 'De essentiële economie'.

Nu de monetaire verdoving is uitgewerkt, valt er niet meer naast te kijken: ons bankenlandschap wordt gedomineerd door internationale en beursgenoteerde spelers.

Van belang hier is dat na deze laatste (verspeelde) crisis van 2008 er niets wezenlijk is veranderd. Centrale banken pompten de bankbalansen voldoende leven in en daarnaast waren de geesten ook niet rijp om fundamenteel in te grijpen in de structuur van het bankwezen. Nu de monetaire verdoving is uitgewerkt, valt er niet meer naast te kijken: ons bankenlandschap wordt gedomineerd door internationale en beursgenoteerde spelers, met een bedrijfsmodel dat zich niet richt op de maatschappelijke noden die hun bijzondere privileges kan wettigen, maar op het garanderen van 'marktconforme' vergoedingen van 10% voor de vluchtige aandeelhouder.

In een dergelijk model is niet alleen de brave spaarder slachtoffer, maar dreigen we ook kansen te missen om een eerlijke klimaattransitie te financieren. De bredere vraag die zich nu dan stelt, is of we al dan niet opnieuw gaan slingeren richting het meer publiek verankeren van onze banken. Zo ja, moeten we echt wel eens goed kijken naar L' Épargne Réglementée. Zo nee, men trekke de kaart van de (fictie van) meer concurrentie in de bancaire sector.

VERGELIJK JE RIJK?

Het aanzwengelen van de slabakkende concurrentie in de ingeslapen Belgische bankenmarkt, dat was de rationale van minister van Financiën, Vincent Van Peteghem. De mooi geprijsde en fiscaal extra voordelige staatsobligatie sloeg in als een bom en bracht heel wat geld in beweging. Op één week tijd ruilde meer dan 20 miljard euro het spaarboekje voor de staatsbon. Bank en beursbobo's zoals Pascal Paepen (en andere vrienden asset managers) vonden het 'prachtig' om zien 'dat er zoveel over geld werd gesproken' – financieel kapitalisme leeft (op) van transacties nietwaar.

Ondanks het overdonderende, eenmalige succes van de staatsbon slaagde men echter amper in het opzet om de banken aan te zetten tot hogere spaarrentes. In het recente rapport over de concurrentie in de banksector van onze Belgische Mededingsautoriteit (BMA) luidt het enigszins verbloemend dat 'cet oligopole présente des caractéristiques qui facilitent la coordination entre les principaux acteurs'. Omdat de Nederlandse vertaling van het rapport op zich laat wachten: we zitten met een kartel.

Alle klassieke maatregelen om de concurrentie tussen banken aan te zwengelen: been there, done that.

In hetzelfde rapport passeren alle klassieke maatregelen om de concurrentie tussen banken aan te zwengelen nog eens de revue: meer transparantie voor consument, het afschaffen van de getrouwheidspremie, een verbod op koppelverkoop, het behouden van je rekeningnummer bij een overstap etc. Kortom, het soort maatregelen die in beleidsmiddens al meer dan een decennium sudderen, maar vooral een dure bezigheidstherapie betreffen voor een bonte mengeling goedmenende technocraten, banklobbyisten en ander beleidsvolk. Been there, done that.

Stel u immers maar eens voor dat we in de banksector echte competitie zouden krijgen, en we allen als financieel welopgevoegde burger-consumenten met even of andere spaarapp frictionless navigeren tussen perfect vergelijkbare spaarproducten, op jacht naar het hoogste cijfertje achter de komma. Een dergelijke permanente bankrun wil niemand, dus wordt er maar een soort schertscompetitie georganiseerd tussen producten die je fundamenteel niet kunnen diversifiëren, met bijvoorbeeld vage getrouwheidspremie's die niemand snapt. In beleidstaal: 'la réglementation du secteur banquier requiert un équilibre entre stabilité et concurrence'. Vergeet die concurrentie dus maar.

Gelukkig stelden de vrienden van de Belgische Mededingsautoriteit (BMA) ook één piste voor die wel het potentieel heeft om een wezenlijk verschil te maken: de ontwikkeling van een sterk gereglementeerd kader van spaarrekeningen naar Frans model. Vooraleer deze piste wordt afgeserveerd – 'populistisch', weet u wel – en vervolgens weer doodgezwegen, hieronder een abc van het Franse model.

HET FRANSE MODEL: EEN FERME SCHEUT DIRIGISME

Eerst wat nieuwe acroniemen pennen: Livret A, LDDS en LEP. Deze 3 types spaarrekeningen vormen de hoofdmoot van het 'gereglementeerd sparen' in Frankrijk, goed voor meer dan 600 miljard euro spaartegoed. Wat meteen opvalt als je langs de cijfers fietst in het jaarrapport van de Nationale Bank van Frankrijk (BDF): 81% van de bevolking heeft een Livret A, eerder populair dan populistisch dus.

Naast makkelijk toegankelijk (verkrijgbaar bij elke bank), veilig en fiscaal vrijgesteld (met een maximum inleg), schuilt het succes van de Livret A in de billijke rente, die publiek bepaald wordt door de BDF op basis van de gemiddelde inflatie en de rente die banken mekaar aanrekenen, sinds februari afgeklopt op 3%.

Nog interessanter wordt het – vanuit maatschappelijk perspectief dan – als we kijken naar de aanwending van dat spaargeld: 60% van het totaal wordt integraal beheerd door een publieke financiële instelling. Deze CDC (Caisse des dépots et consignations) gebruikt het spaargeld – met een wettelijke dekkingsgraad – om leningen te geven aan sociale woningmaatschappijen. In 2022 werd zo voor 11,5 miljard euro aan leningen uitgezet, goed voor 165.000 sociale woningen. Pas mal.

Het gaat nog verder: de aanwending van het saldo van 40% die banken in eigen beheer houden - les ressources non centralisées – wordt ook sterk gestuurd: 80% hiervan moet gaan naar de financiering van kmo's, 10% naar energie en klimaat en 5% naar de sociale en solidaire economie. Zo betalen kmo's 55 procentpunten minder voor krediet dan het Europees gemiddelde. Ten slotte nog kort over het LEP (Livret d'Epargne Populaire): deze stimuleert het sparen bij meer bescheiden inkomens (via een inkomensplafond) met een extra voordelige rente.

In Frankrijk wordt een ferm stuk onttrokken van de marktwerking om de brede, maatschappelijke rol van banken beter te waarborgen.

Kortom, in Frankrijk wordt een ferm stuk onttrokken van de marktwerking om de brede, maatschappelijke rol van banken beter te waarborgen. Burgers krijgen hierbij een billijke vergoeding voor een deel van hun spaargeld, dat vervolgens (semi-) publieke infrastructuur en de reële economie financiert. Kunnen we dat idee nog eens ernstig bekijken, liefst voor de volgende crisis? En noteer maar in die verkiezingsprogramma's. Merci!

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.