Abonneer Log in

Papieren eerst, zorg later

Universele toegang tot gezondheidszorg in België? Niet voor mensen zonder wettig verblijf

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 7 (september), pagina 24 tot 29

Het systeem van Dringende Medische Hulp faalt in zijn opzet. Mensen zonder wettig verblijf krijgen nog steeds geen eerlijke toegang tot zorg. Het kan anders én beter.

Het recht op gezondheid wordt gegarandeerd door Artikel 23 van de Belgische Grondwet, dat stelt dat iedereen het recht heeft om een menswaardig leven te leiden, en wordt beschermd door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Europees Sociaal Handvest, het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten, het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie.

VAN RECHT NAAR HUMANITAIRE HULP

Ondanks deze wettelijke verankering, zien we in de praktijk dat de toegang tot basisgezondheidszorg voor mensen zonder wettig verblijf dode letter blijft. Deze mensen hebben geen geldige verblijfstitel (meer) om op het Belgische grondgebied te verblijven. Het zijn uitgeprocedeerde verzoekers van internationale bescherming, maar evengoed toeristen, studenten en arbeidsmigranten met een visum of tijdelijk verblijfsdocument waarvan de duurtijd overschreden is. Of het kan gaan om personen in ‘transit’ die geen verblijfsaanvraag indienen.

De sociale rechten van mensen zonder wettig verblijf staan ondertussen al 50 jaar lang onder druk. De negatieve beeldvorming rond migratie en de afbouw van ons solidair beschermingssysteem maken het leven in België voor deze mensen tot een dagelijkse mentale en fysieke overlevingsstrijd. Sinds de jaren 1980 brokkelde hun bescherming binnen de sociale zekerheid en sociale bijstand in snel tempo af. Extreme armoede, dak- en thuisloosheid, uitbuiting en slechte gezondheid zijn de wrange gevolgen van deze onderbescherming. In 1999 werden mensen zonder wettig verblijf uitgesloten van de arbeidsmarkt en hierdoor uit de reguliere sociale zekerheid, waaronder de ziekteverzekering, gegooid.1 Sindsdien zijn ze overgeleverd aan het stelsel van de Dringende Medische Hulp2, een arbitrair parallel systeem met talrijke dysfuncties, dat eerder als een humanitaire aanpak fungeert dan als de uitoefening van het recht op gezondheid. Dit ‘medisch humanitarisme’ houdt machtsrelaties in stand en een fundamentele ongelijkheid in het waarderen van mensenlevens.3

BEGRIPSVERWARRING, ONWETENDHEID EN ANGST

Dringende Medische Hulp is een federale bevoegdheid van de minister van Maatschappelijke Integratie, onder administratief beheer van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie (POD MI). De toegang tot dit recht verloopt via het OCMW van de feitelijke verblijfplaats die de aanvraag behandelt en beslist over toekenning of weigering. Na de opening van het recht door het OCMW kan de rechthebbende een zorgverlener raadplegen die vervolgens vergoed wordt door de federale overheid via de POD MI.

In tegenstelling tot wat de benaming doet vermoeden, dekt Dringende Medische Hulp in theorie alle noodzakelijke gezondheidszorgen die zijn opgenomen in de nomenclatuur van het RIZIV, gecertificeerd door een arts. Dit geldt voor zowel preventieve als curatieve zorg. De term “Dringende Medische Hulp” verwijst echter ook naar de hoogdringende zorgen, oproepbaar via het gekende nummer “112”.

Deze begripsverwarring bij zowel zorgverleners als rechthebbenden leidt tot non-take-up van het recht op gezondheid. Enerzijds stellen we vast dat zorgverleners die niet vertrouwd zijn met het systeem van Dringende Medische Zorg voor mensen zonder wettig verblijf zorgvragen weigeren of niet onder Dringende Medische Zorg factureren ‘omdat de situatie niet levensbedreigend is’. Anderzijds blijken rechthebbenden vaak niet op de hoogte te zijn dat een terugbetaling van gezondheidszorg kan worden aangevraagd bij het OCMW.

De gebrekkige kennis bij potentiële gebruikers voedt het wantrouwen bij mensen zonder wettig verblijf.

De gebrekkige kennis bij potentiële gebruikers voedt het wantrouwen en de terughoudendheid bij mensen zonder wettig verblijf om aan te kloppen bij een overheidsinstelling, zoals het OCMW, uit vrees voor opsluiting en uitzetting. Het sociaal onderzoek en de huisbezoeken door de maatschappelijk werker van het OCMW ervaren ze dikwijls als bedreigend en intrusief.

SPOOKBEELD VAN MISBRUIK EN MEDISCH TOERISME

Het regeerakkoord van de regering-De Wever en de beleidsbrief van minister van Asiel, Migratie en Maatschappelijke Integratie, Anneleen Van Bossuyt (N-VA), kondigen verstrengingen aan. Ze insinueren dat mensen zonder wettig verblijf misbruik maken van de Dringende Medische Hulp. Hoewel de hoge graad van onderbescherming zou moeten aanzetten tot het opzetten van overheidsprogramma’s die de ‘onderconsumptie' aanpakken, domineert het ideologisch gekleurde en doorgeschoten discours over sociale fraude en strengere controle. Nochtans zijn er geen aanwijzingen dat Dringende Medische Hulp de overconsumptie van gezondheidszorg of misbruiken aanmoedigt.

In 2024 telde de POD MI slechts 22.228 personen die erin slaagden hun recht op Dringende Medische Hulp te realiseren, op een totaal van ongeveer 112.000 mensen zonder wettig verblijf.4 Het aantal effectieve gebruikers is vrij stabiel. Het schommelt sinds 2007 tussen de 17.000 en 24.000 personen, een schamele 20% van de potentieel gerechtigden. Ter vergelijking: zo’n 85% van de algemene bevolking contacteert minstens 1 keer per jaar een huisarts. In 2022 bedroeg de terugbetaling van zorg in het kader van Dringende Medische Hulp minder dan 0,25% van de totale zorgkosten binnen de Belgische ziekteverzekering5, voor een groep die ongeveer 1% van de Belgische bevolking uitmaakt.6

Ook de beschuldigingen van grootschalig medisch toerisme blijken op los zand gebouwd. Een studie van Dokters van de Wereld uit 2014 in zeven Europese landen7, bij migranten van wie 65% mensen zonder wettig verblijf waren en die zich aanmeldden voor een eerste medisch consult, toont aan dat slechts 3% gezondheidsproblemen noemt als één van de redenen voor hun komst. Bovendien ligt de mediaan tussen aankomst en eerste consultatie tussen de drie en acht jaar.

DOOLHOF VOL OBSTAKELS

Zowel rechthebbenden als zorgverleners stellen vast dat het recht op Dringende Medische Hulp in theorie bestaat, maar dat het in de praktijk moeilijk te verkrijgen is. De complexiteit van de procedure, de gebrekkige afstemming tussen de verschillende actoren, de vele administratieve tussenstappen en de vereiste documenten vertragen of belemmeren het verkrijgen van medische hulp en geneesmiddelen. Daardoor raken mensen ontmoedigd, zien af van hun hulpvraag en vervallen in afwijzing en frustratie. Mensen zonder wettig verblijf signaleren dat zij vaak afgewimpeld worden. Veelgehoorde klachten zijn dat hulpvragen bij het OCMW verloren gaan, ontvangstbewijzen niet worden afgeleverd en dat beslissingen langer op zich laten wachten dan de wettelijke termijn van 30 dagen, soms zelfs maandenlang.

Het recht op Dringende Medische Hulp bestaat in theorie, maar is in de praktijk moeilijk te verkrijgen.

Het verwerven van een officiële domicilie is niet mogelijk, aangezien mensen zonder wettig verblijf niet ingeschreven kunnen worden in het rijksregister. OCMW’s moeten bij een aanvraag Dringende Medische Hulp daarom de feitelijke verblijfplaats nagaan. Het principe van de territoriale bevoegdheid dat het OCMW hierbij hanteert, leidt tot een hindernissenparcours, zeker voor mensen zonder wettig verblijf zonder vaste verblijfplaats. Maar ook mensen met een verblijfplaats worden gevraagd via allerhande bewijsstukken hun verblijf aan te tonen. Mensen zonder wettig verblijf zijn vaak afhankelijk van anderen voor huisvesting, materiële hulp en inkomen. Uit vrees voor een negatieve impact op hun eigen situatie, verbieden sommige mensen die mensen zonder wettig verblijf onderdak bieden hun huisgenoot zonder papieren om het adres mee te delen aan het OCMW.

OCMW’s die van oordeel zijn dat de hulpvrager geen feitelijk verblijf op hun eigen grondgebied heeft, weigeren de hulpvraag te onderzoeken. Voor deze dak- en thuisloze personen, gedwongen tot een zwervend bestaan over verschillende gemeenten, is het bijzonder moeilijk om een verblijfplaats te bewijzen. Net deze uiterst kwetsbare dak-en thuisloze mensen zonder wettig verblijf blijven zo verstoken van zorg.

In het sociaal onderzoek moet de maatschappelijk werker van het OCMW de behoeftigheid van de aanvrager vaststellen. Mensen zonder wettig verblijf ervaren dit vaak als arbitrair. Ze moeten soms vaststellen dat onregelmatige, precaire inkomsten uit informele arbeid beschouwd worden als vaste inkomsten.

Omdat de kans bestaat dat de terugbetaling van de zorgverstrekking of de geneesmiddelen in het slop geraakt, stellen we vast dat bepaalde zorgverleners afhaken en deze doelgroep liever kwijt dan rijk zijn. Andere ‘gewillige’ zorgverleners zien dan weer een hoger aantal mensen zonder wettig verblijf aan hun deur aankloppen. De terugbetaling van verleende zorg vergt veel tijd en energie.

Een gebrek aan kennis van het wettelijke kader inzake Dringende Medische Hulp én de precaire leefomstandigheden van de gerechtigden, beperken sterk de kwaliteit en de effectiviteit van de hulpverlening. De onderbemanning van de sociale diensten van OCMW’s versterkt deze manco’s. Dit resulteert bijvoorbeeld in ‘eigen’ praktijken van OCMW’s die onwettige bijkomende voorwaarden opleggen. Daardoor worden mensen zonder wettig verblijf met recht op Dringende Medische Hulp ten onrechte afgewezen, bijvoorbeeld omdat zij geen officieel identiteitsbewijs kunnen voorleggen.

HET RECHT OP GEZONDHEID INGEPERKT

Gezondheid wordt bepaald door een complex geheel van levensomstandigheden. Het systeem Dringende Medische Hulp staat compleet geïsoleerd van de realiteit waarin mensen zonder wettig verblijf overleven. Het gaat voorbij aan de impact van sociale gezondheidsdeterminanten als huisvesting, tewerkstelling, veiligheid en sociale ondersteuning.

Tandverzorging, orthopedisch materiaal, melkpoeder voor baby’s, ... zijn niet opgenomen in het wettelijke kader van de Dringende Medische Hulp.

Vragen naar tandverzorging, orthopedisch en hygiënisch materiaal, melkpoeder voor baby’s, bepaalde essentiële geneesmiddelen, brillen, ... worden vaak afgewezen, ook al worden deze voorgeschreven door een arts, omdat ze niet opgenomen werden in het wettelijke kader van de Dringende Medische Hulp. Ook vervoersarmoede is een probleem. Mensen zonder wettig verblijf bekomen zelden financiële ondersteuning voor noodzakelijke verplaatsingen naar zorgverstrekkers.

De vrije keuze van huisarts, apotheker, specialist en ziekenhuis wordt sterk ingeperkt door OCMW’s die conventies afsluiten met welbepaalde zorgverstrekkers, hoewel dit in strijd is met de patiëntenrechten.

Al deze zaken leiden tot een verhoogde kans op vroegtijdig overlijden voor mensen zonder wettig verblijf, in verhouding tot mensen met een regulier verblijf. Dit werd in 2019 aangetoond door onderzoek van de VUB.8

ALLEEN MAAR VERLIEZERS

Mensen zonder wettig verblijf lijden onder het disfunctioneren van dit parallelle gezondheidssysteem. Chronisch zieken krijgen geen regelmatige opvolging. Zwangere vrouwen, moeders en jonge kinderen blijven verstoken van preventieve, gynaecologische, pediatrische en perinatale zorg. Urgente vragen, bijvoorbeeld rond abortus of acute medische klachten, krijgen te lang geen antwoord, waardoor levensbedreigende situaties kunnen ontstaan. Daarnaast ervaren ze structurele barrières voor vaccinatie wat het risico op uitbraken van vermijdbare ziekten zoals mazelen of difterie aanzienlijk verhoogt, met mogelijke gevolgen voor de bredere volksgezondheid. Ook ervaren veel mensen zonder wettig verblijf psychische stress door voortdurende onzekerheid. Ze zijn ook vaker afhankelijk van noodhulp en vrijwillige organisaties, wat het beroep op reguliere zorgsystemen verder ondermijnt.

Spoed- en sociale diensten vangen de structurele drempels tot eerstelijnszorg op.

De samenleving wordt daardoor opgezadeld met hogere risico’s én kosten voor de volksgezondheid. Spoed- en sociale diensten vangen de structurele drempels tot eerstelijnszorg op. Ziekenhuizen staan voor dure noodingrepen door uitgestelde zorg.

OCMW’s, kreunend onder een chronisch personeelstekort en een toenemende werkdruk, verzuipen in administratieve rompslomp en controles. Daarenboven zijn er grote verschillen in de werkwijze van de verschillende OCMW’s, die bijvoorbeeld specifieke formulieren en praktijken opleggen aan de zorgverstrekkers en rechthebbenden.

Dit alles heeft een negatief effect op de hele zorgketen. Apothekers en zorgverstrekkers, zoals ziekenhuizen, waar de factuur snel kan oplopen, worden niet of laattijdig terugbetaald. Armoedeverenigingen, daklozenorganisaties en gezondheidswerkers in sociale centra worden overspoeld met vragen van mensen die elders geen hulp vinden.

In zijn rapport van mei 2025 onderzoekt het Rekenhof de kosten en de doeltreffendheid van het federale beleid voor Dringende Medische Hulp.9 Het neemt de onwettige praktijken in het sociaal onderzoek en de OCMW-beslissingen op de korrel. Verder hekelt het de opgelegde beperkingen tot eerstelijnszorg die de gezondheidsproblemen verergeren en de overheidsuitgaven doen toenemen. Er wordt gewezen op onnodige extra administratieve belasting van de OCMW’s en een inefficiënte controle door de POD MI. Het Rekenhof maakt ook de pijnlijke vaststelling dat mensen zonder wettig verblijf niet altijd effectieve toegang krijgen tot zorg zoals bepaald in de wetgeving, waardoor gelijke behandeling niet gegarandeerd is.

HET KAN ANDERS ÉN BETER

Het staat vast dat de procedure Dringende Medische Hulp vandaag inefficiënt is en ongelijkheid versterkt.

Op korte termijn kunnen administratieve vereenvoudiging en de harmonisering van de verschillende praktijken belangrijke winsten opleveren. Door de toegang tot de eerstelijnsgezondheidszorg te verbeteren, kan er preventief gewerkt worden en zullen de hoge kosten voor curatieve zorg dalen.

Administratieve vereenvoudiging en harmonisering van de verschillende praktijken kunnen belangrijke winsten opleveren.

De recepten voor deze vereenvoudiging en harmonisering zijn uitgewerkt in het memorandum van Dokters van de Wereld in 202410, dat steun kreeg van meer dan 130 organisaties. Daarnaast vertolkte het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding het gebruikersperspectief in de publicatie ‘Ziek en zonder papieren’, waarin mensen zonder wettig verblijf uit Vlaamse, Brusselse en Waalse armoedeverenigingen aan het woord komen over hun ervaringen en verbetervoorstellen.11 Een groot aantal van de aanbevelingen in deze documenten zijn niet nieuw: het Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg formuleerde in 2015 al een reeks aanbevelingen voor de Belgische autoriteiten in een uitgebreid onderzoek.12

Naast een duidelijk wettelijk kader, is het waardenkader van de hulpverleners minstens even belangrijk. Ook mensen zonder wettig verblijf hebben sociale werkers nodig die bondgenoten kunnen én mogen zijn. Daarom dienen federale, regionale en lokale beleidsmakers betere werkomstandigheden te creëren opdat OCMW-medewerkers en gezondheidswerkers deze rol ten volle kunnen vervullen.

Op langere termijn moet de kaart getrokken worden van de universele gezondheidszorg, die toegankelijk is ongeacht de herkomst of administratieve status van de persoon. De huidige hervorming die gedetineerden in gevangenissen wil integreren in de algemene ziekteverzekering, doet de pertinente vraag rijzen om dit ook voor mensen zonder wettig verblijf op het getouw te zetten.

Een studie van het het Europees agentschap van mensenrechten13 toont namelijk aan dat een gelijke toegang tot zorg voor mensen zonder wettig verblijf, zoals die van staatsburgers, kostenbesparend is. Een onderzoek naar de opportuniteiten, voordelen en mogelijke obstakels van de integratie van rechthebbenden van Dringende Medische Hulp in de algemene ziekteverzekering is dan ook een dringend voorstel aan de federale en regionale beleidsmakers.

Ten slotte kan de vraag naar een betere gezondheidszorg voor mensen zonder wettig verblijf niet worden beantwoord zonder een humaner migratiebeleid. Terwijl de overheid de afbraak van de sociale bescherming inzet als een dam tegen migratie, wakkert ze het dehumaniserende discours aan rond vluchtelingen en migranten. De structurele oplossingen liggen in een positief migratiebeleid dat gestoeld is op mensenrechten, met transparante verblijfsprocedures en regularisatiemogelijkheden.

EINDNOTEN

  1. Coene G. en Lafaut D. (2016). Hoe mensonwaardig mag een leven worden? Ethisch-filosofische reflecties bij de toegankelijkheid van gezondheidszorg bij mensen zonder wettig verblijf. Ethiek en Maatschappij.
  2. Dringende Medische Hulp garandeert in België het fundamentele recht op gezondheidszorg voor mensen zonder wettig verblijf maar in bepaalde gevallen ook voor andere kwetsbare bevolkingsgroepen die (tijdelijk) hun toegang tot een ziekteverzekering verloren.
  3. Coene G. en Lafaut D. (2016). Ibid.
  4. European Migration Network (EMN) (2023). In België leven 112.000 mensen zonder verblijfsdocumenten, blijkt uit nieuw onderzoek van de VUB.
  5. Dokters van de Wereld België et al. (2024). Een wegwijzer voor de vereenvoudiging en harmonisering van de Dringende Medische Hulp (DMH).
  6. Er zijn 112.000 mensen zonder wettig verblijf op 11.590.000 inwoners in België.
  7. Chauvin, P., et. al. (2015). Access to healthcare for people facing multiple vulnerabilities in health in 26 cities across 11 countries.
  8. Lafaut, D., Vandenheede, H., Surkyn, J., & Coene, G. (2019). Counting the non-existing: Causes of death of undocumented migrants in Brussels-Capital Region (Belgium), 2005-2010. Archives of Public Health, 77(1), 33.
  9. Rekenhof (mei 2025). Dringende medische hulp voor mensen zonder wettig verblijf. Kosten en doeltreffendheid van het federale beleid.
  10. Dokters van de Wereld et. al. (2024). Een wegwijzer voor de vereenvoudiging en harmonisering van de Dringende Medische Hulp.
  11. Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (2025). Ziek en zonder papieren. Mensen zonder wettig verblijf aan het woord over het systeem van de Dringende Medische Hulp.
  12. Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) (2015). Welke gezondheidszorg voor personen zonder wettig verblijf?
  13. European Union Agency for Fundamental Rights. (2015). The cost of exclusion from healthcare: A case study on the situation of migrants in an irregular situation.

Samenleving & Politiek, Jaargang 32, 2025, nr. 7 (september), pagina 24 tot 29

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.