Abonneer Log in

Vergeet de maaltijdcheque, hier komt de gezondheidscheque

Onze sociale zekerheid heeft vandaag een voedselpijler nodig. Een uitdagend idee hiervoor is een gezondheidscheque van 150 euro per maand per persoon: een voedselbasisinkomen.

Is het geen pijnlijke paradox? Terwijl werknemers in België en Nederland maaltijdcheques ontvangen bovenop hun loon, worden mensen in armoede doorverwezen naar voedselbanken. Toch bieden die maaltijdcheques ook ruimte voor radicale innovatie.

Hieronder een uitdagend idee.

OUT OF THE BOX DENKEN? THE BOX SLOPEN!

Tijdens de research voor de wandelgids Honger naar Gent trof vooral de schrijnende armoede van de 19e eeuwse arbeidersklasse mij diep. In die industriestad werkten arbeiders van vijf uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds en leefden op een eenzijdig en pover dieet: roggebrood, aardappelstoemp, een beetje melk of boter, koffie om wakker te blijven. Heel af en toe een homp vis, mosselen of wat minderwaardig vlees op zondag. En dat was het. Geen wonder dat ze tegen het einde van de eeuw gemiddeld zeven centimeter kleiner waren dan hun voorgangers uit de vroege middeleeuwen.

Tegen die achtergrond is de verworvenheid van de sociale strijd voor een welvaartsstaat ronduit indrukwekkend. Vandaag beschouwt de overheid het als haar verantwoordelijkheid om sociale zekerheid te bieden. De welvaartsstaat omvat onder meer betaalde vakantie, uitkeringen bij werkloosheid of ziekte, toegankelijke gezondheidszorg en publieke diensten. Maar zoals ik in het boek Vrijheid & Zekerheid uiteenzette, staat dat model al decennia onder druk door neoliberaal beleid. Privatiseringen en dereguleringen zijn het nieuwe normaal, publieke diensten kreunen onder structurele onderfinanciering. Er zijn ook terechte kritieken: veel voorzieningen zijn gebaseerd op het klassieke gezinstype, en de welvaartsstaat rust deels op uitbuiting van het Globale Zuiden en negeert de vernietiging van onze leefomgeving.

We kunnen opnieuw onze verbeelding openbreken, net als de geëngageerde burgers van de 19e eeuw.

Toch kunnen we opnieuw onze verbeelding openbreken, net als de geëngageerde burgers van de 19e eeuw. Zij noemden een zeventigurenweek onmenselijk en vochten voor de veertigurenweek. Dat is geen “out of the box” denken, dat is de box slopen. Inspiratie vinden we ook bij vergeten elementen van de welvaartsstaat.

‘CIVIC RESTAURANTS’ IN HET VK

Een quizvraag: welk land sponsorde ooit een keten van meer dan tweeduizend restaurants die gezonde, evenwichtige maaltijden tegen een vaste lage prijs aanboden? Rusland? China? Nee: het Verenigd Koninkrijk, onder een conservatieve premier. Het blijft verbazen hoe die naoorlogse welvaartsstaat sindsdien werd afgebroken tot een van de West-Europese landen met de hoogste armoedecijfers. Gelukkig ontstaan er opnieuw hoopgevende initiatieven. In de lente van 2026 opent in Nottingham een nieuw civic restaurant. Daarmee wordt aangeknoopt bij een publieke dienstverlening die ooit deel uitmaakte van de Britse welvaartsstaat. Tijdens de jaren 1940 telde Groot-Brittannië honderden van deze publieke eethuizen: gesubsidieerd door de overheid, toegankelijk voor iedereen, met gezonde en betaalbare maaltijden. Aanvankelijk werden ze “public diners” genoemd, tot Winston Churchill in 1941 schreef aan de minister van Voedselvoorziening: ‘Ik hoop dat de term niet in gebruik zal worden genomen. Het is een verfoeilijke uitdrukking die doet denken aan communisme en het armenhuis. Ik stel voor dat u ze ‘British restaurants’ noemt. Iedereen associeert het woord restaurant met een goede maaltijd.’ Churchill legde de lat hoog. Dit waren geen gaarkeukens, maar ‘centra van beschaving’, met muurschilderingen en soms zelfs kunstwerken uit nationale collecties. Ze bleven bestaan tot in de jaren 1960, met steun van vrijwilligers en lokale overheden.

De 'civic restaurants' in het VK waren geen gaarkeukens, maar ‘centra van beschaving’ met muurschilderingen en soms zelfs kunstwerken uit nationale collecties.

Professor Marsha Smith, betrokken bij het nieuwe initiatief in Nottingham, benadrukt hun belang: ‘Het was één van de grootste volksgezondheidsinterventies in het VK, en er waren er meer van dan dat er nu McDonald’s zijn.’ Het nieuwe restaurant krijgt vorm in samenwerking met lokale ondernemers, inwoners en het stadsbestuur, en blijft toegankelijk voor iedereen. Het is geen klassieke overheidsinstelling, maar eerder een hybride publiek initiatief.

Vergelijkbare projecten bestaan ook elders. In de Brusselse regio koken buurtkeukens dagelijks voor hun gemeenschap. Ze worden omschreven als groepen mensen die hun tijd, geld en kennis delen om samen voedsel te bereiden – voor zichzelf én hun buren. Hun inspiratie komt uit Quebec, waar inmiddels meer dan duizend buurtkeukens actief zijn. Ze brengen tienduizend mensen samen en bereiden jaarlijks meer dan een miljoen maaltijden. Daarnaast zijn er sociale restaurants, opgezet door sociale organisaties, waar mensen tegen een lage prijs een warme maaltijd kunnen krijgen. Ze houden rekening met de koopkracht van de klanten en vervullen vaak een verbindende buurtfunctie, al bereiken ze niet alle lagen van de bevolking.

AMBITIEUS PLAN

Hoe kunnen we zulke initiatieven versterken, en tegelijk de welvaartsstaat heruitvinden tot een welzijnssamenleving die inzet op preventie en een goed leven? In mijn nieuw boek Grondgenoten dat in oktober verschijnt, bespreek ik het pleidooi van burgerorganisaties voor een voedselpijler binnen de sociale zekerheid.

Deze nieuwe publieke structuur zou drie doelen nastreven: het verhogen van het budget voor gezond voedsel van huishoudens, het financieren van een transitie naar duurzame voedselsystemen, en het democratiseren van de politieke controle over voedselproductie en -distributie.

De voedselpijler realiseren vergt de nodige inkomsten. Die kunnen komen uit een vermogensbelasting, accijnzen op ongezonde voeding, of uit besparingen in de gezondheidszorg. Zo berekende Sciensano dat overgewicht en obesitas tussen 2013 en 2017 de samenleving jaarlijks 4,5 miljard euro extra kostten. Ook de fiscale gunstmaatregelen voor salariswagens kosten jaarlijks 3 tot 6 miljard euro. Dat geld kan veel zinvoller worden ingezet voor mens en milieu.

Om makkelijk te maken welk voedsel gezond is, vereist de voedselpijler een breed gedragen labelingsysteem.

Om makkelijk te maken welk voedsel gezond is, vereist de voedselpijler een breed gedragen labelingsysteem voor eerlijke, duurzame en bij voorkeur lokale producten. Zo draagt deze innovatie ook bij aan een sociaalecologische transitie van het landbouw- en voedselsysteem.

De invoering zou stapsgewijs gebeuren, zodat de landbouwsector kan volgen. Het einddoel is een gezondheidscheque van 150 euro per maand per persoon: een voedselbasisinkomen. Het voorstel kan leiden tot een sterke synergie: toegang tot gezond voedsel wordt universeel, winkels en supermarkten hebben een stimulans om gezonde producten aan te bieden, en boeren en producenten krijgen een stabiele afzetmarkt. En uiteraard zou je met deze gezondheidscheque rechtstreeks bij boeren kunnen kopen.

Wellicht zijn eenvoudiger maatregelen haalbaarder, zoals het schrappen van btw op gezonde voeding.

Misschien is het plan voorlopig te ambitieus. Wellicht zijn eenvoudiger maatregelen haalbaarder, zoals het schrappen van btw op gezonde voeding. Maar het voorstel kan wel richting geven aan een tweesporenbeleid. Enerzijds kunnen maaltijdcheques worden bijgestuurd zodat ze enkel gezonde producten ondersteunen, geen fabriekseten meer. Anderzijds kunnen OCMW’s starten met een gezondheidscheque voor kwetsbare burgers, gebaseerd op hetzelfde principe. Als die cheques ook bruikbaar zijn in hoevewinkels en boerenmarkten, versterken we de autonomie van boeren. En als we ermee kunnen betalen in buurtkeukens en sociale eetinitiatieven, versterken we de gedeelde ervaring van samen eten, en alle sociale voordelen die daarmee gepaard gaan.

De lancering van het boek Grondgenoten. Een voedselrevolutie van boeren en burgers vindt plaats op zaterdag 25 oktober in de theaterzaal van de Gentse Vooruit (Kunstencentrum viernulvier).

Abonneer je op Samenleving & Politiek

abo
 

SAMPOL ONLINE

40€/jaar

  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
MEEST GEKOZEN

SAMPOL COMPLEET

50€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
 

SAMPOL STEUN

100€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*
 

SAMPOL SPONSOR

500€/jaar

  • Je ontvangt het magazine in de bus
  • Je leest het magazine online
  • Je hebt toegang tot het enorme archief
  • Je krijgt een SamPol draagtas*

Het magazine verschijnt 10 keer per jaar; niet in juli en augustus.
Proefnummer? Factuur? Contacteer ons via info@sampol.be of op 09 267 35 31.
Het abonnementsgeld gaat jaarlijks automatisch van je rekening. Het abonnement kan je op elk moment opzeggen. Lees de Algemene voorwaarden.

Je betaalt liever via overschrijving?

Abonneren kan ook uit het buitenland.

*Ontdek onze SamPol draagtas.